Extra printer instellen
b
Klik op Installeren.
c
Volg de instructies op het beeldscherm.
d
Selecteer Geavanceerd en klik op Doorgaan.
e
Selecteer in het dialoogvenster Printerinstellingen configureren een poort.
f
Als de printer niet wordt weergegeven in de lijst, klikt u op Vernieuwen of gaat u naar:
Poort toevoegen > selecteer een poorttype > voer de vereiste gegevens in >OK
g
Klik op Doorgaan >Voltooien.
3
Stel de COM-poortparameters in.
Nadat het printerstuurprogramma is geïnstalleerd, moet u de seriële parameters instellen voor de COM-poort die
is toegewezen aan het printerstuurprogramma.
Opmerking: De seriële parameters van de COM-poort moeten exact overeenkomen met de seriële parameters
die zijn ingesteld op de printer.
a
Open Apparaatbeheer.
1
Klik op
of klik op Start en dan op Uitvoeren.
2
Typ in het vakje van Start zoeken of Uitvoeren devmgmt.msc.
3
Druk op Enter of klik op OK.
b
Klik op + naar "Poorten" om de lijst met beschikbare poorten uit te vouwen.
c
Klik met de rechtermuisknop op de COM-poort waarop u de seriële kabel hebt aangesloten (bijvoorbeeld: COM1)
en klik op Eigenschappen.
d
Stel in het tabblad Poortinstellingen de seriële parameters in op de parameters die u ook hebt ingesteld op de
printer.
Controleer de seriële instellingen van de pagina met menu-instellingen voor de printerinstellingen.
e
Klik op OK en sluit alle vensters.
f
Druk een testpagina af om de printerinstallatie te controleren.
Printerconfiguratie controleren
Als alle hardware- en softwareopties zijn geïnstalleerd en de printer is ingeschakeld, controleert u of de printer correct
is ingesteld door het volgende af te drukken:
•
Pagina met menu-instellingen: gebruik deze pagina om te controleren of alle printeropties correct zijn geïnstalleerd.
Onder aan de pagina verschijnt een lijst met geïnstalleerde opties. Als een door u geïnstalleerde optie niet is vermeld,
is deze niet correct geïnstalleerd. Verwijder de optie en installeer deze opnieuw.
Voor meer informatie kunt u het volgende lezen:
–
"Pagina met menu-instellingen afdrukken" op pagina 78 voor printermodellen zonder aanraakscherm
–
"Pagina met menu-instellingen afdrukken" op pagina 126 of "Pagina met menu-instellingen afdrukken" op
pagina 174 printermodellen met aanraakscherm
•
Netwerkconfiguratiepagina—Gebruik deze pagina om de netwerkverbinding te controleren. Deze pagina bevat
ook informatie die van belang is bij de configuratie van het afdrukken via een netwerk.
Opmerking: Zorg dat uw printer via een netwerk of draadloos netwerk te gebruiken is en dat de printer met een
netwerk is verbonden.
44