Extra printer instellen
6
Lijn de printer uit met de lade en laat de printer langzaam op zijn plaats zakken.
7
Zet de printer weer aan.
Opmerking: Nadat de printersoftware en eventuele opties zijn geïnstalleerd, is het wellicht nodig om de opties
handmatig toe te voegen in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Zie
"Beschikbare opties bijwerken in het printerstuurprogramma" op pagina 36 voor meer informatie.
Kabels aansluiten
LET OP—KANS OP LETSEL: Tijdens onweer moet u dit product niet installeren en geen elektrische verbindingen
aanleggen, bijvoorbeeld voor de faxfunctie, of kabels en snoeren aansluiten, zoals een netsnoer of USB-kabel.
Sluit de printer aan op de computer met een USB-kabel of een ethernetkabel.
Zorg dat de volgende items met elkaar overeenkomen:
•
het USB-symbool op de kabel met het USB-symbool op de printer
•
de juiste ethernetkabel op de ethernetpoort
33