Installatiehandleiding
5.4
Geluidsinformatie
5.4.1
Overwegingen om geluid te voorkomen
Om storende geluiden vanuit de warmtepomp te voorkomen, moeten de volgende aanbevelingen worden opgevolgd:
▪ Bij plaatsing van de warmtepomp op een trillingsgevoelige ondergrond moeten trillingsdempers worden gebruikt. De trillingsdem-
pers moeten correct worden gedimensioneerd voor het gewicht van de warmtepomp, zodat er in alle montageonderdelen een
statische invering van minimaal 2 mm wordt gerealiseerd.
▪ De warmtetransportvloeistof moet met flexibele slangen op de warmtepomp worden aangesloten om te voorkomen dat trillingen
zich voortplanten naar het gebouw en het leidingstelsel (zie Flexibele slangen).
▪ Installeer het expansievat NIET op de aansluiting voor de ontluchtingsklep.
▪ Zorg ervoor dat leidingen bij doorvoeren de muren niet raken.
▪ Zorg ervoor dat de voedingskabel niet te strak staat, omdat die anders trillingen kan overbrengen.
▪ Als het onvermijdelijk is om leidingen aan gevoelige bouwelementen te bevestigen, moeten speciale, elastische leidinghouders
worden gebruikt.
Plaats het buitengedeelte niet:
▪ Dicht bij ramen, ventilatiekanalen, slaapkamermuren enz.
▪ dicht bij het huis van buren;
▪ in een binnenhoek van het gebouw – dat heeft grote invloed op de richting van de geluidsvoortplanting.
5.4.2
Flexibele slangen
Alle leidingen moeten zo worden gelegd dat trillingen van de warmtepomp zich niet via de leidingen kunnen voortplanten naar het
gebouw. Dat geldt ook voor de expansieleiding. Om te voorkomen dat trillingen zich kunnen voortplanten, adviseren we om voor alle
leidingaansluitingen diffusiedichte flexibele slangen te gebruiken. Flexibele slangen zijn als accessoire leverbaar. In de onderstaande
afbeeldingen worden juiste en onjuiste installaties met dit type slang getoond.
28
Athena
AWAT01IGCG0210
Thermia AB