Speciale indelingen
Bij gebruik van de lensinstelfunctie kunt u de optische as verder uit het midden van het
scherm verplaatsen dan wanneer u de functie niet gebruikt. Voer hiervoor de stappen
(1) – (3) herhaaldelijk uit.
3
Druk op de OK- of FOCUS-knop als de beeldranden scherp zijn.
■ Aanpassingen terugstellen
Hiermee wist u de waarden die u met Marginale scherpstelling aanpassen hebt
ingesteld en wordt de marginale scherpstelling van de lens teruggezet in de
standaardpositie.
Selecteer in het menu [Installatie-instellingen] de optie [Professionele instellingen] >
[Marginale scherpstelling] > [Terugstellen] om de aanpassing ongedaan te maken.
Nadat het bovenstaande venster is verdwenen, worden de waarden die u hebt
ingesteld in [Marginale scherpstelling] gewist en wordt de marginale scherpstelling
van de lens teruggezet in de standaardpositie. U kunt de instellingen terugstellen
ongeacht of [Marginale scherpstelling] is ingesteld op [Aan] of [Uit].
• Als u [Marginale scherpstelling] instelt op [Uit], wordt de ingestelde waarde voor
marginale scherpstelling niet teruggesteld. Selecteer [Uit] om de ingestelde waarde te
behouden en verdere aanpassingen te voorkomen.
• Zelfs na het resetten, kan de scherpstelling iets afwijken in het midden en langs de
randen van flatscreens.
• Stel zo nodig de scherpstelling iets af om op het midden en de randen scherp te stellen.
98