Speciale indelingen
Druk herhaaldelijk op de LENS-knop op de projector om naar een ander
venster met lensparameters te gaan.
Druk tweemaal op de LENS-knop om het venster voor de marginale
scherpstelling weer te geven.
Projector
Druk tweemaal.
2
Druk op de pijlknoppen om de scherpte aan de beeldranden in te stellen.
Afstandsbediening
Druk op de toetsen [ ] / [ ] / [ ] / [ ] om de scherpstelling van de beeldranden
te regelen.
Het beeld in het midden van het scherm wordt misschien onscherp als u in het
venster [Marg. scherpst. aanp.] met de indicator bijna naar de boven- of
onderrand gaat. Voer in dat geval onderstaande stappen (1) – (3) herhaaldelijk
uit om het hele scherm scherp te stellen.
(1) Pas met [Scherpstelling] (P44) de scherpstelling in het midden van het
scherm aan.
(2) Pas met [Marg. scherpst. aanp.] de scherpstelling aan de randen van het
scherm aan.
(3) Controleer de scherpstelling in het midden van het scherm.
scherpstelling] is
ingesteld op [Uit].
Projector
97
Als [Marginale scherpstelling]
is ingesteld op [Aan].
Als [Marginale