Projectieprocedure
Stap 5 De beeldkwaliteit selecteren
(beeldmodus)
Als u op de afstandsbediening op de IMAGE-knop drukt, kunt u een beeldmodus
selecteren die past bij het geprojecteerde beeld.
In elke beeldmodus kunt u de helderheid, het contrast, de scherpte, het gamma,
het HDR-bereik, de kleuraanpassing, de geavanceerde aanpassing, de
lichtbronmodus (P128) en het helderheidsniveau aanpassen (P128).
Afstandsbediening
■ Beeldmodi
Beeldmodus
Standaard
Presentatie
Dynamisch
Video
Foto/sRGB
DICOM SIM
Gebruiker 1 – 5
(1) Omgevingslicht in projectieruimte
(2) Type beelden
(3) Effect op projectie
(1) Helder
(2) Computerschermen of media die worden afgespeeld met
videosoftware
(3) Wittinten en natuurlijke kleuren
(1) Helder
(2) Beelden die voornamelijk uit tekst bestaan
(3) Helder scherm
(1) Helder
(2) Media die worden afgespeeld via videosoftware
(3) Helder scherm
(1) Enigszins donker
(2) Videobeelden van camcorders
(3) Benadert de kleurruimte van tv's
(1) Enigszins donker
(2) Digitale foto's van sRGB-compatibele camera's
(3) Voldoet aan de sRGB-standaard
(1) Enigszins donker
(2) Zwart-witbeelden (bijvoorbeeld voor medisch gebruik)
(3) Ingesteld op de GSDF-curve die is gedefinieerd in Deel 14 van de
DICOM-norm
U kunt in het geheugen maximaal 5 gebruikerscombinaties van
beeldkwaliteitinstellingen opslaan (P121). Opgeslagen instellingen
kunnen als een beeldmodus geselecteerd worden.
45
Details