Apparaat plaatsen
Transport
Het apparaat is zwaar. Bij het transport en bij de
montage borgen!
Vanwege het gewicht en de afmetingen van het
apparaat en om het risico van letsel of schade aan
het apparaat te minimaliseren, zijn er minimaal twee
personen nodig om het apparaat op te stellen.
Apparaatdeuren demonteren
Wanneer het apparaat niet door de deur van de woning
past, kunnen de deuren worden gedemonteerd.
Attentie!
Alleen de servicedienst mag de apparaatdeuren
afschroeven.
Opstellingsplaats
Voor het opstellen is een droge, goed ventileerbare
ruimte geschikt. De opstellingsplaats moet niet zijn
blootgesteld aan direct zonlicht en mag zich niet
direct in de buurt van een warmtebron bevinden,
zoals fornuis, kachel, etc. Wanneer het plaatsen naast
een warmtebron onvermijdelijk is, gebruik dan een
geschikte isolatieplaat of houd de volgende minimale
afstanden tot de warmtebron aan:
Tot elektrische- en gasfornuizen 3 cm.
Ø
Tot olie- of kolengestookte kachels 30 cm.
Ø
Bij het opstellen naast een ander koel- of vriesapparaat
is een minimale afstand aan de zijkant nodig van
25 mm, om condensvorming te voorkomen.
Wanneer boven het apparaat een plaat of kast wordt
gemonteerd, moet een spleet van 30 mm worden
aangehouden, zodat het apparaat indien nodig uit de
nis kan worden getrokken.
De verwarmde lucht aan de achterzijde van het
apparaat moet ongehinderd kunnen wegtrekken.
Ondergrond
Attentie!
Het apparaat is zwaar. De vloer op de opstellingsplaats
mag niet meeveren, vloer eventueel versterken.
Om de deuren tot aan de aanslag te kunnen openen,
moeten bij het opstellen in een hoek of nis minimale
afstanden aan de zijkant worden aangehouden
(~ Hoofdstuk "Opstellingsmaten").
Wanneer de diepte van de naastgelegen keuken
inrichtingen groter is dan 60 cm, dan moeten de
minimale afstanden aan de zijkant worden aange
houden, om de volledige openingshoek van de deuren
te kunnen gebruiken
(~ Hoofdstuk "Deuropeningshoek").
Let op de kamertemperatuur en de ventilatie
Kamertemperatuur
De klimaatklasse staat op het typeplaatje. Deze geeft
aan binnen welke kamertemperaturen het apparaat
mag worden gebruikt. Het typeplaatje bevindt zich
rechts in de koelruimte.
Klimaatklasse
Toegestane kamertemperatuur
SN
+10 °C tot 32 °C
N
+16 °C tot 32 °C
ST
+16 °C tot 38 °C
+16 °C tot 43 °C
T
Aanwijzing:
Het apparaat is binnen de kamertemperatuur
begrenzingen van de vermelde klimaatklasse volledig
functioneel. Wanneer een apparaat met klimaatklasse
SN bij koudere kamertemperaturen wordt gebruikt,
dan kan schade aan het apparaat tot een temperatuur
van +5 °C worden uitgesloten.
Ventilatie
Een goede ventilatie rondom het apparaat is nood
zakelijk. De opgewarmde lucht moet ongehinderd
kunnen wegtrekken. Het koelapparaat moet anders
meer vermogen leveren. Dat verhoogt het stroom
verbruik. Daarom moet er voldoende vrije ruimte
rondom het apparaat aanwezig zijn. Aanbeveling:
50 tot 70 mm aan de achterzijde tot de wand,
minimaal 100 mm aan de bovenkant en minimaal
100 mm zijdelings tot de wand met voldoende vrije
ruimte aan de voorkant, om de deur van het vriesruimte
tot 130° en die van het koelruimte tot 135° te kunnen
openen.
100 mm
100 mm
100 mm
nl
73