TIP
Als u voor elke dag van de week hetzelfde program-
ma wilt instellen, vult u eerst "alle" in en wijzigt u
daarna de gewenste dagen.
TIP
Stel de stoptijd vroeger in dan de starttijd, zodat
de periode zich uitstrekt tot na middernacht. De
regeling stopt dan de dag erna op de ingestelde
stoptijd.
Het programma start altijd op de datum waarvoor
de starttijd is ingesteld.
LET OP!
Een aanzienlijke wijziging (verlaging) gedurende
een langere periode kan een slecht binnenklimaat
en een slechter rendement tot gevolg hebben.
MENU 1.9 - GEAVANCEERD
stooklijn
externe instelling
min. aanvoer temp.
instellingen ruimtesensor
terugsteltijd ventilator
eigen stooklijn
Menu
geavanceerd
heeft oranje tekst en is bedoeld voor
gevorderde gebruikers. Dit menu heeft meerdere submenu's.
stooklijn
De helling van de stooklijn instellen.
externe instelling
Stooklijnverschuiving instellen met extern
contact aangesloten.
min. aanvoer temp.
Minimum toegestane aanvoertempera-
tuur instellen.
instellingen ruimtesensor
terugsteltijd ventilator
Instellingen voor de terugsteltijd
van de ventilator in het geval van tijdelijke wijzigingen in de
ventilatiesnelheid.
eigen stooklijn
Uw eigen stooklijn instellen.
verschuiving punt
De verschuiving van de stooklijn instellen
bij een bepaalde buitentemperatuur.
nachtkoeling
Nachtkoelfunctie instellen.
NIBE F470
geavanceerd 1.9
Instellingen voor de ruimtesensor.
MENU 1.9.1 - STOOKLIJN
stooklijn
systeem
aanvoertemperatuur °C
buitentemp. °C
Instelbereik: 0 - 15
Standaardwaarde: 5
U kunt de ingestelde verwarmingscurve voor uw woning
bekijken in het menu
stooklijn
bedoeld om ongeacht de buitentemperatuur voor een gelijk-
matige binnentemperatuur te zorgen en dus voor een
energiezuinige werking. Via deze verwarmingscurve bepaalt
de regelcomputer van de warmtepomp de temperatuur van
het water naar het verwarmingssysteem, de aanvoertempe-
ratuur, en dus de binnentemperatuur. Selecteer hier de
verwarmingscurve en lees af hoe de aanvoertemperatuur
bij verschillende buitentemperaturen verandert.
LET OP!
Met vloerverwarmingssystemen moet de
aanvoertemp.
normaliter worden ingesteld tussen
35 en 45 °C.
Controleer de max. temperatuur voor uw vloer bij
uw installateur/vloerleverancier.
TIP
Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instelling in-
voert, zodat de kamertemperatuur tijd heeft om
zich te stabiliseren.
Als het buiten koud is en de kamertemperatuur te
laag is, verhoogt u de helling van de curve met één
stap.
Als het buiten koud is en de kamertemperatuur te
hoog is, verlaagt u de helling van de curve met één
stap.
Als het buiten warm is en de kamertemperatuur
te laag is, verhoogt u de verschuiving van de curve
met één stap.
Als het buiten warm is en de kamertemperatuur
te hoog is, verlaagt u de verschuiving van de curve
met één stap.
Hoofdstuk 3 | F470 – tot uw dienst
stooklijn 1.9.1.1
. De verwarmingscurve is
max.
19