Contact met de F370
EXTERNE INFORMATIE
Wanneer de deur van de warmtepomp gesloten is, kan er
informatie worden ontvangen via een informatievenster en
een statuslamp.
Informatievenster
In het informatievenster wordt een deel van het display op
de display-eenheid weergegeven (achter de deur naar de
warmtepomp). In het informatievenster kan verschillende
informatie worden weergegeven, zoals temperaturen, een
klok, enz.
U bepaalt wat er in het informatievenster wordt weergege-
ven. U kunt de gewenste informatiecombinatie invoeren
met de display-eenheid. Deze informatie wordt specifiek
gebruikt voor het informatievenster en verdwijnt wanneer
de deur van de warmtepomp wordt geopend.
Statuslamp
De statuslamp geeft de status van de warmtepomp aan: een
constant groen licht tijdens normaal bedrijf, een constant
geel licht in de geactiveerde noodstand of een constant rood
licht in het geval van een geactiveerd alarm.
Zie voor alarmbeheer pagina 33.
BEDIENINGSEENHEID
BINNENKLIMAAT
WARMTAPWATER
WARMTEPOMP
INFO
F370
Achter de deur van de warmtepomp bevindt zich een dis-
play-eenheid die wordt gebruikt voor communicatie met de
F370. Hier kunt u:
•
schakelt u de warmtepomp in of uit en laat u de warmte-
pomp in de noodstand draaien
•
stelt u het binnenklimaat en warmtapwater in en voert uw
gewenste instellingen van de warmtepomp door.
8
Hoofdstuk 2 | De warmtepomp: het hart van het huis
Informatievenster
Statuslamp
A
Display
B
Statuslamp
C
Toets OK
D
Toets Terug
E
Selectieknop
F
Schakelaar
G
USB-poort
•
ontvangt u informatie over instellingen, status en gebeur-
tenissen.
•
bekijkt u verschillende soorten alarmmeldingen en ont-
vangt u instructies over hoe u deze kunt verhelpen.
A
Display
Instructies, instellingen en bedieningsinformatie worden
op het display weergegeven. U kunt eenvoudig door de
verschillende menu's en opties navigeren om het comfort
in te stellen of de benodigde informatie te verkrijgen.
B
Statuslamp
De statuslamp geeft de status van de warmtepomp aan.
De lamp:
•
brandt groen tijdens normaal bedrijf.
•
brandt geel in de noodstand.
•
brandt rood in het geval van een geactiveerd alarm.
C
Toets OK
De toets OK wordt gebruikt om:
•
selecties van submenu's/opties/instelwaarden/pagina
in de startgids te bevestigen.
D
Toets Terug
De toets terug wordt gebruikt om:
•
terug te keren naar het vorige menu.
•
een instelling te wijzigen die niet is bevestigd.
E
Selectieknop
De selectieknop kan naar rechts of links worden gedraaid.
U kunt:
•
in de menu's en tussen de opties scrollen.
•
de waarden verhogen en verlagen.
•
scrollen door pagina's, sommige informatie is verdeeld
over meerder pagina's (bijvoorbeeld helptekst of servi-
ce-info).
F
Schakelaar
De schakelaar kan in drie standen worden gezet:
•
Aan ( )
•
Stand-by (
)
•
Noodstand (
)
De noodstand mag alleen worden gebruikt in het geval
van een ernstig probleem met de warmtepomp. In deze
stand schakelt de compressor uit en schakelt de elekri-
sche bijverwarming in. Het display van de warmtepomp
is niet verlicht en de statuslamp brandt geel.
Het automatische regelsysteem voor de verwarming re-
ageert niet en dus is een handmatige shuntbediening
vereist (zie pagina 14).
G
USB-poort
De USB-poort is weggewerkt achter het plastic plaatje
met de productnaam erop.
De USB-poort wordt gebruikt voor het updaten van de
software.
Ga naar
nibeuplink.com
de nieuwste software voor uw installatie te downloaden.
en klik op de tab "Software" om
NIBE F370