Nuttige tips
De juiste temperatuur
Voor de houdbaarheid van levensmid-
delen is het zeer belangrijk dat u de
juiste temperatuur instelt. Als de tempe-
ratuur daalt, ontstaan er minder snel mi-
cro-organismen. De levensmiddelen be-
derven niet zo snel.
Om verse levensmiddelen in te vriezen,
moet de temperatuur -18 °C bedragen.
De houdbaarheid van de levensmidde-
len kan zo worden verlengd en de opti-
male kwaliteit blijft daarbij behouden.
Zodra de temperatuur tot boven -10 °C
stijgt, begint de ontbinding door micro-
organismen en zijn de levensmiddelen
minder lang houdbaar. Daarom mogen
(gedeeltelijk) ontdooide levensmiddelen
pas weer worden ingevroren, nadat ze
zijn verwerkt (koken of bakken/braden).
Door de hoge temperaturen worden de
meeste micro-organismen gedood.
De temperatuur in het koelapparaat
stijgt als:
- u vaak en gedurende lange tijd de
deur van het apparaat opent,
- er meer levensmiddelen worden op-
geslagen,
- de temperatuur van de levensmidde-
len die in het apparaat gelegd zijn ho-
ger is,
- de omgevingstemperatuur van het
koelapparaat hoger is. Het koelappa-
raat is vervaardigd voor een bepaalde
klimaatklasse (omgevingstempera-
tuurbereik) waar de kamertempera-
tuur niet boven of onder mag liggen.
34
Bewaartijd van ingevroren le-
vensmiddelen
Levensmiddelen-
groep
Schepijs
Brood, bakwaren
Kaas
Vis, vet
Vis, mager
Worst, ham
Wild, varkensvlees
Gevogelte, rund-
vlees
Groente, fruit
Kruiden
De aangegeven bewaartijden zijn richtwaar-
den.
Bij de in de handel verkrijgbare diep-
vriesproducten is de op de verpakking
aangegeven uiterste houdbaarheidsda-
tum beslissend.
Bij een constante temperatuur van de
diepvrieszone van -18 °C en als u deze
goed schoon houdt, blijven levensmid-
delen zo lang mogelijk goed en hoeft u
minder weg te gooien.
Bewaartijd
(maanden)
2 tot 6
2 tot 6
2 tot 4
1 tot 2
1 tot 5
1 tot 3
1 tot 12
2 tot 10
6 tot 18
6 tot 10