Duurzaamheid en milieubescherming
Zo bespaart u energie ...
Plaats van
opstelling
Temperatuur-
instelling
Gebruik
16
Het koelapparaat moet bij hogere omgevingstemperaturen vaker
koelen en verbruikt dan meer energie. Daarom:
- Plaats het koelapparaat in een goed geventileerde ruimte.
- Plaats het koelapparaat niet naast een warmtebron (verwar-
mingselement, fornuis).
- Bescherm het koelapparaat tegen directe blootstelling aan
zonlicht.
- Zorg voor een ideale omgevingstemperatuur van ongeveer
20 °C.
- Houd de ventilatie-openingen vrij en reinig ze regelmatig door
stof te verwijderen.
- Maak de compressor en het metalen rooster (warmtewisse-
laar) op de achterwand van het koelapparaat minstens 1x per
jaar stofvrij.
Hoe lager de temperatuur, des te hoger het energieverbruik. De
volgende instellingen worden aangeraden:
- Diepvrieszone -18 °C.
Als gevolg van binnenstromende warmte en een belemmerde
luchtcirculatie neemt het energieverbruik toe. Daarom:
- Open de deur/deuren altijd zo kort mogelijk. Een goede sorte-
ring van de levensmiddelen helpt bij de oriëntatie.
- Sluit de deur/deuren van het apparaat na het openen volledig.
- Laat warme levensmiddelen afkoelen voordat u ze in het koel-
apparaat bewaart.
- Bewaar de levensmiddelen goed verpakt of afgedekt.
- Leg de vakken niet te vol, zodat de lucht kan circuleren.
- Houd u bij de plaatsing van laden en plateaus aan de stan-
daard toestand.