Weergave
Beschrijving
(15)
Batterij
Geeft batterijspanning aan:
3 streepjes:
2 streepjes:
1 streepje :
0 streepje :
kader knippert: batterij leeg
2 streepjes
Batterij half vol
Ventiel gaat open.
Werking van de
besproeiingsbesturing
nog gedurende
min. 4 weken
gewaarborgd.
3. INGEBRUIKNAME
Batterij plaatsen [ afb. I1 / I2 ]:
De besproeiingsbesturing mag alleen met
een 9 V alkali-mangaan-(alkaline-)batterij type
IEC 6LR61 worden gebruikt.
(16)
1. Besturingsmodule
besproeiingsbesturing afnemen.
2. Batterij in het batterijvak
Let daarbij op de juiste polariteit
Het display toont gedurende 2 seconden alle
LCD-symbolen en springt dan naar het tijd- /
weekdagniveau.
(16)
3. Besturingsgedeelte
Wisselen van 24-uurs-naar 12-uurs-(am / pm)-
weergave:
In de fabriek is de 24-uurs-weergave ingesteld.
v Man.-toets tijdens het plaatsen van de batterij
ingedrukt houden.
Besproeiingsbesturing aansluiten [ afb. I3 ]:
De besproeiingsbesturing heeft een wartelmoer
voor waterkranen met 33,3 mm (G 1")-schroef-
draad. De meegeleverde adapter
voor aansluiting van de besproeiingsbesturing op
waterkranen met 26,5 mm (G 3/4")-schroefdraad.
1. Met 26,5 mm (G 3/4")-schroefdraad:
Adapter
(18)
met de hand op de waterkraan
schroeven (geen tang gebruiken).
Batterij vol
Batterij half vol
Batterij zwak
Batterij bijna leeg
1 streepje
Batterij zwak
Ventiel gaat open.
Werking van de
besproeiingsbesturing
nog max. 4 weken.
Batterijvervanging
aanbevolen.
v Batterij vervangen (zie 3. INGEBRUIKNAME Batterij plaatsen).
van de behuizing van de
(17)
plaatsen.
(P)
.
weer op het huis steken.
(18)
is bedoeld
Wanneer het kader van de batterij knippert, wordt
het ventiel niet meer geopend. Een door het pro-
gramma geopend ventiel wordt in ieder geval
weer gesloten. De Batterij weergave wordt door
het vervangen van de batterij gereset.
0 streepje
Batterij bijna leeg
Ventiel gaat nog open.
Besproeiingsbesturing
werkt binnenkort niet meer.
Batterijvervanging binnen-
kort noodzakelijk.
(19)
2. Wartelmoer
de hand op de schroefdraad van de waterkraan
draaien (geen tang gebruiken).
(20)
3. Kraanstukken
besproeiingsbesturing draaien.
Bodemvochtigheidssensor aansluiten
(optioneel):
Een geprogrammeerde, automatische besproeiing
wordt bij een voldoende vochtige bodem of neer-
slag verhinderd. Onafhankelijk daarvan blijft een
manuele besproeiing altijd mogelijk.
Sensortoewijzingen [ afb. I4 ]:
(a)
Een sensor in aansluiting 1:
sensor geldt alleen voor ventiel 1
(b)
Een sensor in aansluiting 2:
sensor geldt voor beide ventielen
(c)
Sensor in aansluiting 1 en 2:
sensor 1 geldt voor ventiel 1
sensor 2 geldt voor ventiel 2
(19)
1. Bodemvochtigheidssensor in de besproeiings-
zone plaatsen.
2. Besturingsmodule
besproeiingsbesturing afnemen.
3. [ Afb. I5 ]: Sensor, evt. met verlengsnoer of
adapter, op de sensoraansluiting
besproeiingsbesturing aansluiten.
kader knippert
Batterij leeg
Ventiel gaat niet open.
Besproeiingsbesturing
werkt niet.
Batterijvervanging
noodzakelijk.
van de besproeiingsbesturing met
op de beide uitgangen van de
(16)
van de behuizing van de
(21)
van de
35