Wanneer u het daar echter warmer of
kouder wilt hebben, bijv. omdat u vis
wilt bewaren, kunt u de temperatuur
stapsgewijs iets wijzigen.
Blader in de instellingsmodus met
de sensortoets of naar het sym-
bool .
Raak OK aan.
Kies met de sensortoetsen en
een instelling tussen 1 (laagste tem-
peratuur) en 9 (hoogste temperatuur).
Raak OK aan.
De fabrieksinstelling van de tempera-
tuurstand is
.
5
Bij een instelling van stand
stand
kan de temperatuur onder
4
bepaalde omstandigheden tot onder
0 °C dalen. Levensmiddelen kunnen
bevriezen.
Controleer de instelling van de tem-
peratuur.
Als u de temperatuurinstelling heeft
gewijzigd:
Controleer de temperatuuraanduiding
na enkele uren nog een keer. Pas dan
is de ingestelde temperatuur bereikt.
- na ca. 6 uur bij een koelapparaat dat
niet zo vol is
- na ca. 24 uur bij een vol koelapparaat
Als de temperatuur na deze tijd te hoog
of te laag is:
Stel de temperatuur opnieuw in.
tot
1
De juiste temperatuur
41