Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage; Wandmontage; Systeemdrukaansluitingen - Tornatech JPLT Installatie- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

De controller moet zich zo dicht mogelijk bij de motor bevinden en in het zicht van de motor. De con-
troller moet zo worden geplaatst of beschermd dat deze niet kan worden beschadigd door water dat uit 
de pomp of pompaansluitingen ontsnapt. Stroomvoerende delen van de controller mogen zich niet min-
der dan 305 mm boven de vloer bevinden.
Werkafstanden om de controller moeten voldoen aan artikel 110 van de National Electrical Code (NFPA 
70), artikel 26.302 van de Canadian Electrical Code (C22.1), of andere toepasselijke plaatselijke voor-
schriften.
De standaardbehuizing van de controller heeft een NEMA Type 2-beschermingsgraad. Het is de ver-
antwoordelijkheid van de installateur om ervoor te zorgen dat de standaardbehuizing voldoet aan de 
omgevingscondities of dat een behuizing met een geschikte classificatie is geleverd. Controllers moeten 
in een gebouw worden geïnstalleerd en zijn niet ontwikkeld voor buitengebruik. De verfkleur kan ver-
anderen als de controller lange tijd wordt blootgesteld aan ultraviolette straling.

MONTAGE

WANDMONTAGE

Raadpleeg de maattekening van de controller voor de benodigde montagematen.
De controller wordt aan de muur bevestigd met minstens vier (4) muurankers, 2 ankers voor de boven-
ste montagebeugels en 2 ankers voor de onderste montagebeugels. Voor eenvoudige montage hebben 
de beugels dezelfde middellijn. Voor een goede luchtcirculatie rondom de apparatuur is een vrije ruimte 
nodig van minstens 152 mm om de controller.
 1.  Neem deze maat over op de muur met behulp van de maatafdruk of door de afstand tussen de 
middellijnen van de onderste beugelsleuven te meten. Opmerking: De onderrand van de behui-
zing moet zich minimaal 305 mm boven de vloer bevinden voor het geval dat de pompkamer 
onder water komt te staan.
 2.  Boor en bevestig ankers in de muur voor de onderste montagebeugels.
 3.  Markeer de locatie van de gaten in de bovenste montagebeugels op de muur.
 4.  Boor en bevestig ankers in de muur voor de bovenste montagebeugels.
 5.  Installeer bouten en sluitringen in de onderste ankers.
 6.  Lijn de gaten in de bovenste montagebeugels uit en monteer de bouten en ringen in de ankers.
 7.  Verdik de ankers zo nodig om de achterkant van de behuizing verticaal waterpas te stellen en de 
behuizing niet te belasten.
 8.  Draai alle ankerbouten vast.
 9.  Controleer of de deur van de behuizing vrij open en dicht gaat en of de behuizing waterpas staat.

SYSTEEMDRUKAANSLUITINGEN

De controller heeft één (1) systeemdrukaansluiting nodig van de systeemleiding naar de behuizing. Hier-
voor dient de aansluitfitting van 1/2 inch van de NPT mannelijke poort op de bodem, aan de     b uitenkant 
V2024.02
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave