Als het Doorgaan-lampje knippert, controleert u of er sprake is van de volgende situaties:
•
De printer bevat mogelijk geen papier meer.
Plaats papier in de invoerlade en druk op de knop Doorgaan.
•
Er is mogelijk een papierstoring.
Zie
"Papierstoring" op pagina 91
papierstoring.
•
Het is mogelijk dat de printer is opgehouden met afdrukken.
Zie
"Printer is opgehouden met afdrukken" op pagina 86
het verhelpen van het probleem.
De lampjes Aan/uit en Doorgaan knipperen
De printer moet mogelijk opnieuw worden opgestart.
1. Druk op de Aan/uit-knop om de printer uit te schakelen en druk nogmaals op de Aan/
uit-knop om de printer opnieuw te starten.
Ga naar stap 2 als de lampjes blijven knipperen.
2. Druk op de Aan/uit-knop om de printer uit te zetten.
3. Verwijder het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
4. Sluit het netsnoer van de printer weer op het stopcontact aan.
5. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten.
Statuslampjes printcartridge branden of knipperen
De printer heeft twee statuslichtjes voor de printcartridges.
1. Het linkerstatuslichtje stelt de driekleurenprintcartridge voor, die links in de
printcartridgehouder is geïnstalleerd.
2. Het rechterstatuslichtje stelt de zwarte printcartridge of fotocartridge voor. Eén van
deze printcartridges is rechts in de printcartridgehouder geïnstalleerd. Zie
"Fotoprintcartridge" op pagina 34
voor informatie over het verhelpen van een
voor meer informatie.
Printerlampjes branden of knipperen
voor meer informatie over
83