Hoofdstuk 8
Afdrukken
1. Open het
2. Klik op het tabblad Functies en geef de volgende afdrukinstellingen op:
•
Papiersoort: klik op Meer, klik op Hagaki en kies een geschikte Hagaki-
kaartsoort.
•
Afdrukkwaliteit: Normaal of Beste.
•
Grootte: een geschikt Hagaki-kaartformaat
3. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Gebruik de
in het dialoogvenster Eigenschappen voor printer.
Opmerking
van het probleem wanneer een bericht meldt dat het papier op is.
Afdrukken op indexkaarten en ander klein afdrukmateriaal
Richtlijnen
Zorg dat u de capaciteit van de invoerlade niet overschrijdt: 30 kaarten.
Het afdrukken voorbereiden
1. Til de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade.
2. Schuif de papiergeleider helemaal naar links.
3. Plaats de kaarten tegen de rechterkant van de invoerlade. Het papier moet met de
afdrukzijde naar beneden liggen en de korte rand moet in de richting van de printer
wijzen.
4. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer.
5. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de kaarten.
6. Klap de uitvoerlade naar beneden.
Afdrukken
1. Open de
2. Klik op het tabblad Functies en geef de volgende afdrukinstellingen op:
•
Papiersoort: Gewoon papier
•
Formaat: een geschikt kaartformaat
3. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
44
Andere documenten afdrukken
"Dialoogvenster Eigenschappen voor printer" op pagina
"Helpfunctie Wat is dit?" op pagina 66
Zie
"Bericht dat papier op is" op pagina 93
"Dialoogvenster Eigenschappen voor printer" op pagina
65.
voor meer informatie over de functies
voor Help bij het oplossing
65.