3
Buig de vellen enkele malen en waaier ze uit.
Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel.
4
Plaats het papier of de media met de te bedrukken zijde naar boven in de universeellader
Opmerking: Om storingen te voorkomen bij het afdrukken op transparanten, raden we aan om
elk transparant direct nadat het in de uitvoerlade komt, te verwijderen.
5
Selecteer het papierformaat, de papiersoort en de papierbron, zowel via het bedieningspaneel
als via de toepassing waarmee u werkt.
6
Druk op
om te beginnen met het afdrukken van de taak.
Start
30
.