Oplossing: Hebt u het besturingssysteem of softwareprogramma correct geïnstalleerd? Als het
besturingssysteem en de softwareprogramma's correct zijn geïnstalleerd en geconfigureerd, moet u
de computer laten nakijken.
• Probleem: Het beeldscherm blijft aan staan, zelfs nadat de computer is uitgeschakeld.
Oplossing: houd de aan/uit-knop vier seconden of langer ingedrukt om de computer uit te schakelen.
Schakel deze vervolgens weer in.
• Probleem: Iedere keer dat u de computer aanzet, bevat het scherm puntjes die ontbreken, oplichten of
de verkeerde kleur hebben.
Oplossing: Dit is een intrinsieke eigenschap van de TFT-technologie. Het beeldscherm van uw computer
bevat een zeer groot aantal thin-film transistors (TFT's). Een klein aantal daarvan ontbreekt, heeft
de verkeerde kleur of licht op.
Problemen met een extern beeldscherm
• Probleem: Er verschijnt niets op het externe beeldscherm.
Oplossing: Om het beeld op het scherm te krijgen, drukt u op F7 en selecteert u het gewenste
beeldscherm. Als het probleem blijft bestaan, doet u het volgende:
1. Sluit het externe beeldscherm aan op een andere computer om te controleren of het werkt.
2. Sluit het externe beeldscherm weer aan op uw computer.
3. Raadpleeg de handleiding van het externe beeldscherm om te controleren welke resoluties en
verversingsfrequenties worden ondersteund.
– Als het externe beeldscherm dezelfde resolutie ondersteunt als het beeldscherm van de computer
of als het externe beeldscherm een hogere resolutie ondersteunt, bekijkt u de uitvoer op het
externe beeldscherm of op het externe beeldscherm en het beeldscherm van de computer.
– Als het externe beeldscherm een lagere resolutie ondersteunt dan het beeldscherm, bekijkt u de
uitvoer alleen op het externe beeldscherm. (Als u de uitvoer op zowel het beeldscherm als op het
externe beeldscherm bekijkt, is het externe beeldscherm leeg of vervormd.)
• Probleem: U kunt voor het externe beeldscherm geen hogere resolutie instellen dan de resolutie die u
nu gebruikt.
Oplossing: controleer of de informatie over o.a. het type beeldscherm juist is. Update het
stuurprogramma van het beeldscherm bij, indien nodig. Zie 'Een extern beeldscherm gebruiken' op
pagina 37.
• Probleem: De weergave op het scherm is onleesbaar of vervormd.
Oplossing: Controleer of:
– De beeldscherminformatie is juist en het juiste beeldschermtype is geselecteerd. Raadpleeg de
oplossing voor het bovenstaande probleem.
– Controleer of de juiste verversingsfrequentie is ingesteld. Dit doet u als volgt:
1. Sluit het externe beeldscherm aan op de beeldschermaansluiting en sluit het beeldscherm aan
op een stopcontact.
2. Zet het externe beeldscherm en de computer aan.
3. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en voer een van het volgende uit:
– Windows 7, Windows 8 en Windows 8.1: klik op Schermresolutie.
– Windows 10: klik op Beeldscherminstellingen, geef het venster weer in de werkstand Volledig
scherm, en klik vervolgens op Geavanceerde weergave-instellingen.
Opmerking: Als uw computer het externe beeldscherm niet detecteert, klikt u op de knop
Detecteren.
4. Klik op het pictogram voor het gewenste beeldscherm (Monitor-2 is voor het externe beeldscherm).
148
Gebruikershandleiding