Inhoudsopgave
Advertenties
Tabel 3. Opties in het menu Security (vervolg)
Menu-item
Submenu-item
Set Minimum
Length
Power-On
Password
Hard Disk x
Password
Predesktop
Fingerprint
Authentication
Reader Priority
Security Mode
Password
Authentication
Reset Fingerprint
Data
Security Chip
Security Chip
Security Reporting
Options
Waarde
Opmerkingen
• Disabled
Geef een minimumlengte voor systeemwachtwoorden
en vaste-schijfwachtwoorden op. Als u een
• x characters
supervisorwachtwoord instelt en een minimumlengte
(4≤x≤12)
voor wachtwoorden opgeeft, kunnen andere
gebruikers de wachtwoordlengte niet wijzigen.
• Disabled
Meer informatie vindt u in 'Power-on password' op
pagina 49.
• Enabled
• Disabled
Meer informatie vindt u in 'Vaste-schijfwachtwoorden'
op pagina 52.
• Enabled
Opmerking: Hard Disk 1 is de vaste schijf die in de
computer is ingebouwd.
• Disabled
Hiermee kunt u ingerafdrukverificatie voordat het
besturingssysteem wordt geladen in- of uitschakelen.
• Enabled
• External ➙
Als External ➙ Internal geselecteerd is en er
een externe vingerafdruklezer is aangesloten, dan
Internal
wordt die gebruikt. Is dit niet het geval, dan wordt
• Internal Only
de ingebouwde vingerafdruklezer gebruikt. Als u
Internal Only selecteert, wordt de ingebouwde
vingerafdruklezer altijd gebruikt.
• Normal
Als de vingerafdrukverificatie mislukt, kunt u de
computer starten door het wachtwoord in te voeren.
• High
Als u Normal hebt geselecteerd, voert u het
systeemwachtwoord of het beheerderswachtwoord
in; als u Highhebt geselecteerd, voert u het
beheerderswachtwoord in.
• Disabled
Gebruikersverificatie via wachtwoorden in- en
uitschakelen. Deze optie verschijnt als de High
• Enabled
Security Mode is geselecteerd.
• Enter
U gebruikt deze optie om alle vingerafdrukgegevens
die in de lezer zijn opgeslagen te wissen en de
fabriekinstellingen te herstellen. Hierdoor werken
de functies voor beveiliging bij aanzetten die eerder
waren ingeschakeld, pas weer nadat u deze in de
vingerafdruksoftware hebt ingeschakeld.
• Active
Als u Active selecteert, wordt de beveiligings-chip
gebruikt. Als u Inactive selecteert, wordt de
• Inactive
optie Security Chip weergegeven, maar werkt de
• Disabled
beveiligings-chip niet. Als u Disabled selecteert,
wordt de optie Security Chip verborgen en werkt
de beveiligings-chip niet.
Deze optie is alleen beschikbaar wanneer Security
Chip is geactiveerd. Het wordt gebruikt om de
volgende Security Reporting Options in of uit te
schakelen:
• BIOS ROM String Reporting (Windows 7) of UEFI
ROM String Reporting (Windows 8 en Windows
8.1): BIOS-tekenreeks
• CMOS Reporting: CMOS-gegevens
• NVRAM Reporting: beveiligingsgegevens
opgeslagen in de Asset ID
.
Hoofdstuk 8
Geavanceerde configuratie
123
Advertenties
Inhoudsopgave
