I N S TA L L AT I E
V
Om het apparaat te installeren:
1.
Plaats het apparaat op een stabiele, vlakke en hitte- en vochtbestendige
ondergrond.
Plaats het bonenreservoir
2.
vastklikt.
Steek de stekker van het netsnoer
3.
Druk op de aan/uit-knop
4.
Het apparaat is klaar voor gebruik als de toetsen voor het zetten van kopjes koffie
continu wit branden.
j k
V O O R H E T E E R S T E G E B R U I K ( WAT E R F I LT E R PAT R O O N )
V
Reinig het apparaat voor het eerste gebruik zoals beschreven in het hoofdstuk Dagelijks
onderhoud.
Als u geen waterfilter wilt gebruiken, kunt u het apparaat op de
4
standaardinstellingen laten staan. U kunt de volgende stappen in dit hoofdstuk
overslaan.
Het waterfilter plaatsen en configureren:
Houd de teststrip
1.
Lees de gemeten waterkwaliteit af op de teststrip t.
2.
Draai de keuzeschakelaar aan de onderkant van het waterfilterpatroon
3.
beste stand.
Stand A
Stand B
Stand C
Houd het waterfilterpatroon
4.
Knijp voorzichtig in de waterfilterpatroon
5.
verwijderen.
Plaats het waterfilterpatroon
6.
keuzeschakelaar naar beneden gericht.
Vul het waterreservoir
7.
Druk op de programmeerknop
8.
Druk op de stoomfunctieknop
9.
10. Druk op de toets voor 1 kopje
10
op het apparaat. Draai totdat het bonenreservoir
1
om het apparaat aan te zetten.
w
kort in een glas kraanwater.
t
Voor gebruik met zacht water.
Voor gebruik met middelhard water.
Voor gebruik met hard water.
in een bak met water.
9
in de beugel in het waterreservoir
9
met water tot de MAX-markering.
8
d
l
om de filterinstelling op JA te zetten.
j
in een stopcontact.
e
om luchtbellen uit het filter te
9
om het instellingenmenu te openen.
om naar de filterinstellingen te gaan.
naar de
9
met de
8