Ovenfuncties (vervolg)
Nr.
Gerecht
NL
Kip, gegrild
10
Bestrijk de kip met olie en kruiden. Leg de kip met de borst naar boven op het
grillrooster.
Eendenborstfilet
11
De eendenborstfilet voorbereiden en met het vet naar boven op het grillrooster
leggen. Stand 1 is voor dunne eendenborst, stand 2 voor dikke.
Kalkoenrollade
12
Leg de rollade op het grillrooster. Keren zodra het signaal klinkt.
Vis, gestoomd
13
Leg de schoongemaakte vis (bijv. forel, schelvis, kabeljauw) in een passende,
glazen ovenschaal. Voeg hier een laagje water met 3-4 eetlepels citroensap of witte
wijn aan toe. Doe het deksel op de schaal en zet de schaal op het ovenrooster.
Vis, gegrild
14
Leg de vissen om en om op het grillrooster. Stand 1 is voor 2 vissen, stand 2 is
voor 4 vissen. Het programma is afgestemd op hele vis, bijvoorbeeld forel of snoek.
Zalmsteaks
15
Leg de zalmsteaks op het ovenrooster. Keren zodra u het signaal hoort.
Aardappel
16
Was de aardappelen en snijd ze doormidden. Bestrijk ze met olie en kruiden.
Verdeel de aardappelen over de bakplaat. Stand 1 is voor kleine aardappelen,
stand 2 voor grote (200 gram per stuk).
Geroosterde groente
17
Verdeel de groente zoals gesneden courgette, paprika, aubergine, champignon en
cherrytomaat in de diepe braadslede. Besprenkelen met een mengsel van olie en
kruiden.
Groentegratin
18
Bereid de groentegratin in een ovenvaste schaal. Zet de ovenschaal op het
ovenrooster in het midden van de oven.
Cake
19
Doe het deeg in een ingevette cakevorm van ca. 30 cm lengte.
Gewicht/kg
Toebehoren
Niveau
1. 0.8 - 1.0
Grillrooster / Diepe
2
2. 1.1 - 1.3
braadslede
1
Grillrooster / Diepe
1. 0.3 - 0.5
4
2. 0.6 - 0.8
braadslede
3
1. 0.6 - 0.8
Grillrooster / Diepe
2
2. 0.9 - 1.1
braadslede
1
1. 0.2 - 0.4
2. 0.5 - 0.7
Ovenrooster
3
3. 0.8 - 1.0
Grillrooster / Diepe
1. 0.5 - 0.7
4
2. 0.8 - 1.0
braadslede
3
1. 0.3 - 0.4
Ovenrooster /
4
2. 0.7 - 0.8
Diepe braadslede
3
1. 0.4 - 0.6
Bakplaat
2
2. 0.8 - 1.0
1. 0.4 - 0.6
Diepe braadslede
4
2. 0.8 - 1.0
1. 0.4 - 0.6
Ovenrooster
2
2. 0.8 - 1.0
1. 0.7 - 0.8
Ovenrooster
2
30
Ovenfuncties (vervolg)
Nr.
Gerecht
Gewicht/kg
Appeltaart
1. 1.2 - 1.4
20
Bak de appeltaart in een ronde springvorm met een diameter van 24 cm.
1. 0.5 - 0.6
Tulband
2. 0.7 - 0.8
21
3. 0.9 - 1.0
Doe het deeg in een ingevette bakvorm.
1. 0.5 - 0.6
Muffins
2. 0.7 - 0.8
22
Doe het muffindeeg in een bakvorm die geschikt is voor 12 muffins. Zet de vorm op
het rooster. Stand 1 is geschikt voor muffins met een gewicht van 45 gram, stand 2
is geschikt voor muffins met een gewicht van 65 gram.
Wit brood
1. 0.7 - 0.8
Dit programma is geschikt voor 500 gram broodbakmix. Volg de instructies op de
23
verpakking van het meel. Bak het deeg in een vorm. U kunt de bovenzijde in de
lengterichting insnijden met een mes en bestrijken met water.
Volkorenbrood
1. 0.7 - 0.8
Dit programma is geschikt voor 500 gram volkoren meel. Volg de instructies op de
24
verpakking van het meel. Bak het (zuur)deeg in een vorm. U kunt de bovenzijde in
de lengterichting insnijden met een mes en bestrijken met water.
1. 0.2 - 0.4
Broodjes/ Ciabatta
2. 0.6 - 0.8
25
Stand 1 is geschikt voor het bakken van 4 tot 8 broodjes of croissants.
Stand 2 is geschikt voor het bakken van 2 tot 6 ciabattas of stokbroden. Gebruik
bakpapier.
1. 0.2 - 0.6
Pizza, zelfgemaakt
2. 0.8 - 1.2
Stand 1 is geschikt voor pizzasnacks (7-9 stuks). Stand 2 is geschikt voor een
26
grotere ronde pizza. Het aangegeven gewicht is inclusief beleg. Door aansluitend
5 minuten onderwarmte met hete lucht te kiezen krijgt de bodem een meer
krokante korst.
1. 0.2 - 0.4
(pizzadeeg)
2. 0.4 - 0.6
Rijzen van gistdeeg
(brooddeeg)
3. 0.6 - 0-8
27
(brooddeeg)
Stand 1, 0.2-0.4 kg, is vooral geschikt voor pizzadeeg of het voorrijzen van
brooddeeg. Het deeg afdekken met vershoudfolie. Stand 2, 0.4-0.6 kg, is speciaal
voor brooddeeg. Stand 3, 0.6-0.8 kg, is voor zuurdeeg. Kneed het deeg met de
hand, doe het in een vorm en dek de vorm af met verhoudfolie.
Toebehoren
Niveau
Ovenrooster
2
Ovenrooster
2
Ovenrooster
2
Ovenrooster
2
Ovenrooster
2
Bakplaat
3
Bakplaat
2
Ovenrooster
2
31
NL