Gebruikershandleiding
Een geheugenkaart benaderen vanaf een computer
U kunt vanaf een computer gegevens schrijven of lezen op een extern opslagapparaat, zoals een geheugenkaart die
in de printer is geplaatst.
Belangrijk:
c
❏ Maak de schrijfbeveiliging ongedaan voordat u de geheugenkaart plaatst.
❏ Als vanaf een computer een afbeelding wordt opgeslagen op de geheugenkaart, worden de afbeelding en het
aantal foto's niet vernieuwd op het LCD-scherm. Verwijder de geheugenkaart en plaats deze opnieuw.
❏ Wanneer u een extern apparaat dat in de printer is geplaatst deelt tussen computers die via USB en via een
netwerk zijn aangesloten, is schrijftoegang alleen toegestaan voor de computers die zijn aangesloten via de
methode die u op de printer hebt geselecteerd. Als u wilt schrijven op het externe opslagapparaat, gaat u naar
Instellen op het bedieningspaneel en selecteert u Bestandsdeling instellen en een verbindingsmethode. Gegevens
kunnen worden gelezen door computers die zijn aangesloten via USB en via een netwerk.
❏ Als u via het netwerk wilt schrijven naar het externe opslagapparaat dat op de computer is aangesloten, gaat u
naar Instellen op het bedieningspaneel en selecteert u Bestandsdeling instellen. Vervolgens geeft u prioriteit aan
een netwerkverbinding.
Opmerking:
Als een groot extern opslagapparaat is aangesloten, zoals een harde schijf van 2 TB, duurt het even voordat gegevens worden
herkend op de computer.
Windows
Selecteer een extern opslagapparaat in Computer of Deze computer. De gegevens op het externe opslagapparaat
worden weergegeven.
Opmerking:
Als u de printer met het netwerk hebt verbonden zonder de softwareschijf of Web Installer te gebruiken, maak dan een
netwerkverbinding met de geheugenkaartsleuf of USB-poort. Open Uitvoeren en voer de printernaam (\\EPSONXXXXX) of
het IP-adres (\\XXX.XXX.XXX.XXX) van de printer in bij Openen:. Klik met de rechtermuisknop op het weergegeven
apparaatpictogram om het toe te wijzen. Het netwerkstation wordt weergegeven in Computer of Deze computer.
Mac OS X
Selecteer het desbetreffende apparaatpictogram. De gegevens op het externe opslagapparaat worden weergegeven.
Opmerking:
❏ Sleep het apparaat naar het prullenbakpictogram als u het externe opslagapparaat wilt verwijderen. Als u dit niet doet,
worden de gegevens op het gedeelde station mogelijk niet correct weergegeven wanneer een ander extern opslagapparaat
wordt geplaatst.
❏ Als u de printer met het netwerk hebt verbonden zonder EpsonNet Setup te gebruiken, maak dan een netwerkverbinding
met de geheugenkaartsleuf of USB-poort. Selecteer Go > Connect to Server. Voer een printernaam in (cifs://
EPSONXXXXX of smb://EPSONXXXXX) bij Serveradres en klik op Verbinding maken.
Gerelateerde informatie
"Een geheugenkaart plaatsen" op pagina 59
&
"Modus Instellen" op pagina 34
&
"Ondersteunde geheugenkaartspecificaties" op pagina 194
&
"Specificaties ondersteunde externe opslagapparaten" op pagina 195
&
Bijlage
204