11
Gebruik van het menu
Toepassingen
(Fotograferen)
OPNAME
Instellingen van het menu OPNAME (blz. 16)
1
/
OPNAME
3
De standaardinstelling is als volgt gemarkeerd:
WITBALANS
AWB
GEVOELIGHEID
AUTO
De 'snelle instellingsmodus' (blz. 57) is nuttig om vaak gebruikte
ASPECTRATIO
FOTO RES.
menu's snel op te roepen.
KWALITEIT
SELEC
EXIT
Dezelfde kleur kan blauwer of roder lijken, afhankelijk van de lichtbron (zon, lampen
enzovoort). Kleuren kunnen naar hun natuurlijk uiterlijk worden aangepast door de
witbalans aan te passen.
Instellingen waarvoor deze geldt:
Instellingen: AWB (automatisch) /
bewolkt) /
(buiten, schaduw) /
(gebruikt de waarden ingesteld in
instellen)
Gebruiksgebied 'AWB':
(Met 'AWB' wordt de optimale witbalans automatisch ingesteld.)
10000K
Blauwe lucht
9000K
8000K
Bewolkte lucht (regen)
7000K
Schaduw
Tv-scherm
6000K
Zonlicht
5000K
Wit tl-licht
4000K
3000K
Gloeilamplicht
2000K
Zonsondergang/zonsopgang
Kaarslicht
1000K
Witbalans handmatig instellen (
Selecteer
en druk op 'MENU/SET'.
Richt de camera op een wit voorwerp (bijvoorbeeld papier) en
druk op 'MENU/SET'.
Druk twee keer op 'MENU/SET'.
(Of druk de ontspanknop half in.)
Wanneer u deze instelling gebruikt, wordt de verfijning van de
witbalans (zie onder) gereset.
Verfijning witbalans (exclusief 'AWB')
Druk enkele keren op ▲ totdat 'WB INSTELLEN' wordt
weergegeven.
Stel in met ► bij veel rood, stel in met ◄ bij veel blauw.
Druk op 'MENU/SET' (of druk de ontspanknop half in).
50
VQT1B69
WITBALANS
(buiten, heldere lucht) /
(buiten,
(gloeilamplicht) /
) /
(handmatig
'AWB' functioneert in bepaalde
omstandigheden niet normaal, zoals onder
rood licht (bijvoorbeeld kaarslicht), blauw licht
(bijvoorbeeld een tv-scherm) of een combinatie
van lichtbronnen, of bij de afwezigheid van
kleuren die lijken op wit.
We raden aan 'AWB'/'
' in te stellen onder
tl-licht.
Maakt alleen een
foto van witte
objecten in het
frame (stap
)
WIT INSTELLEN
ANNUL
Verandert in rood
(blauw) wanneer u
verfijningen aanbrengt
WB INSTELLEN
ROOD
SELEC
Er kunnen gedetailleerde instellingen worden ingevoerd voor opnamen, zoals kleur,
gevoeligheid, aspectratio (beeldverhouding) en fotoresolutie.
De opties verschillen, afhankelijk van de modus.
' ', '
', '
', '
' en '
De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
De instellingen blijven toegepast wanneer u de flitser gebruikt.
Hoewel de instelling 'AWB' in de scènemodus 'ONDER WATER' vaststaat (blz. 44),
kunnen nog steeds verfijningen worden uitgevoerd.
Verfijningen kunnen niet worden ingesteld wanneer de 'KLEURFUNCTIE' (blz. 57) is
ingesteld op 'COOL', 'WARM', 'B/W' of 'SEPIA'.
Gevoeligheid instellen afhankelijk van de hoeveelheid licht. We raden hogere instellingen
aan om duidelijke opnamen te maken op donkerdere locaties.
Instellingen waarvoor deze geldt:
Instellingen: AUTO (automatisch) /100 / 200 / 400 / 800 / 1250
(in de modus
AUTO: automatisch instellen met een bereik tot 200 (640 wanneer u de flitser
gebruikt) afhankelijk van de hoeveelheid licht.
U kunt de maximale ISO-gevoeligheid ('ISO-LIMIET') instellen als u de modus
gebruikt.
Instelinstructies
GEVOELIGHEID
Locatie (aanbevolen)
Sluitertijd
Interferentie
)
De aspectratio (beeldverhouding) van de foto kan worden gewijzigd, afhankelijk van het
formaat voor afspelen of afdrukken.
Instellingen waarvoor deze geldt:
Instellingen:
INST.
4
3
BLAUW
Hetzelfde als een tv- of
computerscherm van
4:3
EXIT
Bij het afdrukken kunnen er randen worden afgesneden. Controleer dit vooraf (blz. 88).
' kunnen onafhankelijk van elkaar worden ingesteld.
GEVOELIGHEID
: 'ISO-LIMIET' 400 / 800 / 1250)
100
Licht (buiten)
Traag
Laag
ASPECTRATIO
(Alleen foto's)
3
2
Hetzelfde als een
Voor afspelen op
normale filmcamera
breedbeeld-tv/high-
definition-tv
1250
Donker
Snel
Hoog
16
9
51
VQT1B69