Voorkomen dat het
8
Toepassingen
onderwerp onscherp wordt
(Fotograferen)
(Slimme ISO)
Voorkomen dat een onderwerp onscherp wordt in donkere
omstandigheden of bij snel bewegende onderwerpen
Beweging van het onderwerp wordt waargenomen en de optimale ISO-gevoeligheid en
sluitertijd worden afhankelijk van het licht ingesteld.
Instellen op
Voor bewegende onderwerpen binnen...
gevoeligheid en sluitertijd worden verhoogd om
onscherpte van het onderwerp te voorkomen.
1/125
ISO800
F3.3
Het maximumniveau voor ISO-gevoeligheid kan ook worden ingesteld (blz. 51, 'ISO-LIMIET'). Wanneer het
maximumniveau wordt ingesteld op '800' of '1250', wordt dit verlaagd naar '640' wanneer u de flitser gebruikt.
Beweging van het onderwerp wordt soms niet waargenomen als het onderwerp te klein
is, zich aan de rand van het scherm bevindt of tegelijkertijd met de ontspanknop begint
te bewegen (wanneer de knop volledig wordt ingedrukt).
Onscherpte kan voorkomen afhankelijkheid van de hoeveelheid licht en de bewegingssnelheid.
U kunt geen digitale zoom (blz. 25) en 'SLUITER LANG' (blz. 56) gebruiken.
Scherpstelgebied in modus
MACRO, Slimme ISO
Close-upopnamen maken van bloemen enzovoort
Instellen op
We raden u aan een statief en de zelfontspanner (blz. 33) te gebruiken en de flitser op
'GEDWONGEN UIT' (blz. 34) te zetten.
Als u de camera na scherpstelling beweegt, zijn de foto's waarschijnlijk slecht scherpgesteld als het onderwerp
zich dicht bij de camera bevindt. Dit komt omdat de marge voor scherpstelling aanzienlijk kleiner is.
De resolutie kan afnemen langs de randen van de foto.
Close-upopnamen maken op grotere afstand (telemacrofunctie)
Als u inzoomt naar maximale tele, kunt u close-upopnamen maken van bloemen bij uw voet of van dieren die u niet
dichtbij kunt fotograferen, vanaf afstanden van minimaal 1 m. Stel na het inzoomen scherp door de ontspanknop half
in te drukken. Het gebruik van een statief wordt aanbevolen, omdat zich gemakkelijk trillingen kunnen voordoen.
46
VQT1B69
Close-upopnamen
maken
(modus MACRO)
Maak een foto (blz. 22)
Voor stlstaande onderwerpen binnen...
gevoeligheid wordt verlaagd om
interferentie te voorkomen.
1/30
ISO200
F3.3
Max. W (groothoek):
Max. T (tele): Minimaal 1 m
Minimaal 5 cm
afstand tot onderwerp
afstand tot onderwerp
(
op het
scherm weergegeven)
(2 m behalve bij
Zoomhendel
maximale tele)
Maak een foto (blz. 22)
9
Toepassingen
Bewegende beelden opnemen
(Fotograferen)
Bewegende beelden en geluid opnemen (bewegende beelden kunnen niet zonder geluid
worden opgenomen).
Microfoon
(opname van spraak)
Geschatte opnameduur
(blz. 92)
Opmerking
Tijdens filmopnamen kunt u de
functies Zoom en CONTINU AF
(blz. 55) niet gebruiken.
Multimediakaarten kunnen niet
worden gebruikt.
STABILISATIE 'MODE 2' kan
niet worden gebruikt.
Scherpstelgebied is 5 cm
en hoger voor maximale
groothoek/1 m en hoger voor
maximale tele.
(2 m behalve bij maximale tele)
Vanaf het begin van de
opname worden de scherpstel-,
zoom- en diafragmawaarden
vastgezet.
Bewegende beelden kunnen
maximaal 15 minuten continu
worden opgenomen.
De opname kan halverwege
worden afgebroken, afhankelijk
van het kaarttype.
Instellen op
Begin met opnemen
Beschikbare opnametijd
Half indrukken
(scherpstellen)
Volledig indrukken
Verstreken tijd (ongeveer)
Voltooi de instelling
Stopt automatisch als het
geheugen vol is.
Volledig indrukken
Aspectratio (beeldverhouding) en kwaliteit
van de foto
Stel 'ASPECTRATIO' in (blz. 51) vóór
'FOTOMODE' (blz. 52).
TV-ASPECT
FOTOMODE
Fotoresolutie Frames/sec.
30fps VGA
640×480
10fps VGA
4:3
30fps QVGA
320×240
10fps QVGA
(Voor e-mailbijlagen)
30fps 16:9
16:9
848×480
10fps 16:9
'30fps': voor soepele bewegingen in
bewegende beelden
'10fps': voor langere films
In het ingebouwde geheugen kunnen alleen films
in de indeling QVGA worden opgenomen.
We raden u aan een kaart van minimaal 10 MB/s
te gebruiken (dit staat aangegeven op de
verpakking enzovoort).
VQT1B69
(ongeveer)
R20
S
30/sec
10/sec
30/sec
10/sec
30/sec
10/sec
47