Gebruikershandleiding
6
Standaardinstellingen op de regelunit
In de linkerkolom in de onderstaande tabel staan de parameters die door de gebruiker ingesteld kunnen wor-
den.
In de middelste kolom staan de fabrieksinstellingen.
In de rechterkolom staan de instellingen die de installateur heeft ingevoerd bij de installatie van de warmte-
pomp.
Parameter
Warmstooklijn
Bedrijfsmodus
Min. gewenste sys-
teemaanvoertemp.
Max. gewenste sys-
teemaanvoertemp.
Seizoensstop
16
Mega
Fabrieksinstelling
Eventuele klantspecifieke instellingen
40 °C
Uit
10 °C
55 °C
17 °C
BWME01UG0210
Thermia AB