Figuur 85
1. Wethendels
6. Kies met de voorste, achterste of beide wethendels de
messenkooien die moeten worden gewet (Figuur 85).
GEVAAR
Om lichamelijk letsel te voorkomen, dient u
buiten het bereik van de maaidekken te zijn
voordat u verdere werkzaamheden uitvoert.
7. Zet de maai-/hefhendel in de Maaistand en zet de
activerings-/blokkeringsschakelaar op Blokkeren. Zet
de maai-/hefhendel naar voren om te beginnen met
wetten.
8. Breng de wet-pasta aan met de borstel met de lange
steel. Gebruik nooit een borstel met een korte steel.
9. Als de messenkooien blijven vastzitten of instabiel
worden tijdens het wetten, moet u het toerental van de
messenkooien verhogen totdat de snelheid stabiliseert.
Zet daarna het toerental weer op stand 1 of de gewenste
snelheid.
10. Als u de maaidekken tijdens het wetten wilt
afstellen, schakelt u de messenkooien uit door de
maai-/hefhendel naar achteren te bewegen; zet de
activerings-/blokkeringsschakelaar op Blokkeren en
zet de motor af. Na de afstelling herhaalt u stappen5
tot en met 9.
11. Herhaal deze procedure bij alle maaidekken die u wilt
wetten.
12. Als u klaar bent met wetten, moet u de wethendels
in de Maaistand zetten, de stoel laten zakken en alle
wetpasta van de maaidekken wassen. Stel indien nodig
het contact tussen de messenkooi en de snijplaat af.
Zet de toerentalregeling van de messenkooien in de
gewenste maaistand.
Belangrijk: Als de wetschakelaar na het wetten
niet in de UIT-stand worden gezet, zullen de
maaidekken niet omhoog komen of naar behoren
werken.
2. Knoppen voor de
toerentalregeling van
de messenkooien
Opmerking: Aanvullende instructies en procedures
met betrekking tot wetten kunt u vinden in de
handleiding Slijpen van TORO-maaimachine met
messenkooien en roterende messen, documentnr.
80-300SL.
Opmerking: Voor een betere snijrand moet u de
voorkant van de snijplaat bijvijlen als u klaar bent met
wetten. Hiermee verwijdert u bramen of ruwe randen
die kunnen zijn ontstaan op de snijrand.
57