18
De bandenspanning
controleren
Geen onderdelen vereist
Procedure
Pas de bandenspanning aan op het extra gewicht.
Opmerking:
Dit geldt niet voor semipneumatische
banden.
Controleer de bandenspanning in de voorste
zwenkwielen en achterwielen en pas deze indien
nodig aan
(Figuur
54).
Spanning in de achterbanden: 1,38 bar
Spanning in de voorste zwenkwielen: 1,72 bar
Figuur 54
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:
bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de
machine.
WAARSCHUWING
Om lichamelijk letsel te voorkomen, moet u de
volgende richtlijnen in acht nemen:
• Zorg ervoor dat u bekend bent
met alle gebruiksaanwijzingen
en veiligheidsinstructies in de
Gebruikershandleiding voor de
maaimachine voordat u dit werktuig
gaat gebruiken.
• Verwijder nooit de afvoerbuis, zakken,
het bovenstuk van de grasvanger of het
uitwerpkanaal terwijl de motor loopt.
• Zet altijd de motor af en wacht totdat alle
bewegende delen tot stilstand gekomen
zijn voordat u een verstopping uit het
vangsysteem verwijdert.
• Verricht nooit onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden terwijl de
motor loopt.
g001055
29
Bepaal vanuit de normale