Gegevens verzenden en ontvangen via de infraroodpoort
1. Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van het verzendende en het ontvangende apparaat op elkaar
gericht zijn en dat er zich geen obstakels tussen deze apparaten bevinden. De aanbevolen afstand
tussen de apparaten is ten hoogste een meter.
2. Als u gegevens via de telefoon wilt ontvangen, selecteert u het menu
om de infraroodpoort te activeren.
3. De gebruiker van het zendende toestel selecteert vervolgens de gewenste infraroodfunctie om de
datatransmissie te starten.
Als de datatransmissie niet binnen twee minuten na het activeren van de infraroodpoort wordt gestart,
wordt de verbinding verbroken en moet u opnieuw beginnen.
Richt de infraroodstraal niet op de ogen van iemand en let op dat er geen storingen optreden met andere
infraroodapparaten. Dit apparaat is een laserproduct van Klasse 1.
Zie ook Een visitekaartje zenden en ontvangen op pagina 37, Fax of data-oproep op pagina 57 en de
optie Notitie verzenden in Kalender (menu 7) op pagina 80.
Indicator infraroodverbinding
• Wanneer
onafgebroken wordt weergegeven, is de infraroodverbinding geactiveerd en is de
telefoon gereed voor het verzenden of ontvangen van gegevens via de infraroodpoort.
• Wanneer
knippert, wordt geprobeerd verbinding te maken met het andere apparaat of is de
infraroodverbinding verbroken.
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
Infrarood
en drukt u op
Kies
83