Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Bedieningspaneel
Al naargelang apparaattype zijn detailafwijkingen mogelijk.
Functieknop
De functieknop dient ertoe om het verhittingstype te kiezen.
Stand
Nulstand
Û
Hete lucht 3D*
<
Boven- en onder-
%
warmte*
Pizzafunctie
6
Heteluchtgrill
7
Grill, groot oppervlak Op de grill braden van biefstuk-
(
Grill, klein oppervlak
*
Onderwarmte
$
Ontdooien
B
Lampje
^
* Verhittingstype waarmee de energie-efficiëntieklasse wordt
bepaald volgens EN60350.
Als er een verhittingstype wordt geselecteerd gaat het
ovenlampje aan.
Gebruik
De oven is uitgeschakeld.
Voor taarten en banket. Het is
mogelijk om op drie niveaus te
bakken. Een turbine, die zich in de
achterwand van de oven bevindt,
verdeelt de warmte gelijkmatig
over de oven.
Voor taarten, gegratineerde
gerechten en mager braadvlees,
bv. kalfsvlees of wild, op een
niveau. De warmte is afkomstig
van de bovenste en onderste
weerstand.
Snelle bereiding van diepvries-
voedsel zonder voorverwarmen,
bv. pizza, frites of bladerdeegge-
bak. De warmte is afkomstig van
de onderste weerstand en van de
turbine die zich in de achterwand
bevindt.
Braden van stukken vlees, gevo-
gelte en vis. De grillweerstand en
de ventilator worden afwisselend
in- en uitgeschakeld. De turbine
zorgt ervoor dat de door de grill
afgegeven warmte rond het voed-
sel circuleert.
ken, worstjes, toast en vis. Het
hele oppervlak onder de grillweer-
stand wordt verwarmd.
Op de grill braden van kleine bief-
stukken, worstjes, toast en vis. Het
middengedeelte van de grillweer-
stand wordt verwarmd.
Konfijten, bakken en gratineren.
De warmte is afkomstig van de
onderste weerstand.
Ontdooien, bv. vlees, gevogelte,
brood en taarten. De turbine laat
de hete lucht rond het voedsel cir-
culeren.
Het ovenlampje aandoen.
Temperatuurkeuzeknop
Met de temperatuurkeuzeknop kunt u de temperatuur en de
grillstand instellen.
Standen
Nulstand
ÿ
50-270
Temperatuurbe-
reik
1, 2, 3
Grillstanden
Terwijl de oven opwarmt, brandt het temperatuursymbool
het display. Als het opwarmen wordt onderbroken, gaat het
symbool uit. Bij sommige instellingen brandt het niet.
Branderschakelaar
Met de vier branderschakelaar kunt u het
verwarmingsvermogen van de branders instellen.
Standen
Nulstand
þ
Onstekingsstand
8
Instelbereik
—
˜
Aan het einde van het instelbereik voelt u een aanslag. Niet
verder draaien.
Toetsen en indicatie
Met de toetsen stelt u verschillende extra functies in. Op het
display kunt u de ingestelde waarden aflezen.
Toets
Snel voorverwarmen
c
Tijdfuncties
0
Kinderslot
D
Min
A
Plus
@
Aan de haakjes [ ] om het betreffende symbool ziet u welke
tijdfunctie in het display op de voorgrond staat. Uitzondering: bij
de tijd is het symbool
alleen verlicht wanneer u wijzigingen
0
invoert.
Toetsen
Onder de afzonderlijke toetsen bevinden zich sensoren. U hoeft
niet hard te drukken. Raak alleen het betreffende symbool aan.
Functie
Oven niet heet.
Temperatuurinstellingen in °C.
Grillstanden voor de grill, klein
en groot
oppervlak.
(
Stand 1 = zwak
Stand 2 = gemiddeld
Stand 3 = sterk
Functie/gasfornuis
Fornuis is uitgeschakeld.
Onstekingsstand
grote vlam = sterkste instelling
spaarvlam = kleinste instelling
Gebruik
De oven bijzonder snel voorver-
warmen
Kookwekker
, Tijdsduur
U
Eindtijd
p
en Tijd
0
kiezen.
Ovenfuncties blokkeren en deblok-
keren.
Instelwaarden verlagen.
Instelwaarden verhogen.
*
in
p
,
r
39
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
