Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Canon imageFORMULA R10 Gebruikershandleiding pagina 32

Inhoudsopgave

Advertenties

[Kleurmodus]
Selecteer hieronder de kleurmodus voor het scannen.
Automatisch detecteren
Bepaalt automatisch de kleurmodus op basis van
de documentinhoud en scant overeenkomstig.
24-bit kleur
Scant het document in kleur.
Grijstinten
Scant het document in grijstinten.
Zwart en wit
Scant de documenten in zwart-wit (binair).
24-bit kleur
Scan het document in kleur met multi-tint.
(beeld verbeterd)
Grijstinten
Scan het document in grijstinten met multi-tint.
(verbeterde afbeelding)
[Paginaformaat]
Selecteer de papiergrootte van het te scannen document.
Als u [Aanpassen aan origineel formaat] opgeeft, wordt de paginagrootte
van het gescande document gedetecteerd en worden de beelden
opgeslagen met de gedetecteerde grootte.
[Dots per inch]
Selecteer de resolutie.
Selecteer [Automatisch detecteren] en de software zal het document
automatisch op de optimale resolutie scannen.
[Te scannen zijde]
Selecteer de zijde van het document die u wilt scannen.
Als u [Blanco pagina overslaan] selecteert, worden de beelden van blanco
pagina's niet opgeslagen.
[Corrigeert automatisch scheef ingevoerde afbeeldingen]
Als een document niet recht is ingevoerd, detecteert de scanner dat het
document niet recht staat en zet het scheve beeld recht in het gescande
beeld.
Selecteer hieronder de instelling.
[UIT]
[Rechtzetten op grond van invoerhoek]
[Rechtzetten op grond van invoerhoek en inhoud]
[Afbeelding roteren naar tekstrichting]
De richting van de tekst op gescande beelden wordt gedetecteerd, en de
beelden worden zo gedraaid dat de tekst in de correcte richting komt te
staan.
[Dialoogvenster met geavanceerde instellingen gebruiken]
De scanmodusinstellingen omvatten basisonderdelen die zijn
geconfigureerd in [Scaninstellingen] en de instellingen die zijn
geconfigureerd in het dialoogvenster met geavanceerde instellingen. De
instellingen in het dialoogvenster met geavanceerde instellingen zijn
aspecten die niet tot de basisaspecten behoren.
Als u het selectievakje [Inschakelen] van [Dialoogvenster met
geavanceerde instellingen gebruiken] op AAN zet en op de knop
[Omgevingsinstellingen] klikt, wordt het dialoogvenster voor geavanceerde
instellingen weergegeven.
Het dialoogvenster met de geavanceerde instellingen bevat
onderdelen die hetzelfde zijn als de basisonderdelen bij
[Scannerinstellingen] maar de individuele instellingen worden
apart opgeslagen.
De configuratie-instellingen die tijdens het scannen worden
gebruikt, worden als volgt bepaald door het selectievakje
[Dialoogvenster met geavanceerde instellingen gebruiken].
Instelling voor
[Dialoogvenster met
geavanceerde
instellingen gebruiken]
UIT
AAN
32
Basisaspecten
Andere aspecten
Instellingen van
Instellingen van het
[Scannerinstellingen]
dialoogvenster met
geavanceerde
instellingen
Instellingen van het dialoogvenster met
geavanceerde instellingen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave