Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

NEC MultiSync P212 Gebruikershandleiding pagina 23

Inhoudsopgave

Advertenties

CONTRAST
(alleen analoge ingang)
BLACK LEVEL
(Zwartniveau)
(alleen analoge ingang)
VIDEO LEVEL
(Videoniveau)
(alleen HDMI-ingang)
Label5
H.POSITION
(H. positie)
V.POSITION
(Verticale positie)
H.SIZE
(Breedte, alleen
analoge ingang)
FINE
(Fijnafstelling - alleen
analoge ingang
H.RESOLUTION
(H. resolutie)
V.RESOLUTION
(V. resolutie)
EXPANSION
OVER SCAN
(OVERSCANNEN)
(ALLEEN HDMI-INGANG)
SIDE BORDER COLOR
(Kleur zijbalken)
Label6
VIDEO DETECT*
(Signaaldetectie)
*1 Dit item kan niet door middel van FACTORY PRESET (Fabrieksinstelling) opnieuw worden ingesteld (Label7).
Hiermee wordt helderheid en contrast van het beeld ten opzichte van de achtergrond
aangepast. Druk op "LINKS" of "RECHTS" om dit aan te passen.
Hiermee past u het RGB-zwartniveau aan op basis van het invoersignaal.
NORMAL (Normaal): voor computerinstelling. Geeft alle ingangssignalen weer in stappen
van 0-255.
EXPAND (Uitgebreid): voor instelling van audio/video-apparatuur. Breidt ingangssignalen
uit van stappen van 16-235 naar stappen van 0-255.
AUTO: automatische instelling, afhankelijk van het ingangssignaal.
Hiermee stelt u de horizontale positie van het beeld binnen het weergavegebied van het
lcd-scherm in. Druk op "LINKS" of "RECHTS" om de helderheid in te stellen.
Hiermee stelt u de verticale positie van het beeld binnen het weergavegebied van het lcd-
scherm in. Druk op "LINKS" of "RECHTS" om de helderheid in te stellen.
Hiermee wordt de breedte van het scherm aangepast.
Als de beeldinstelling die u met de functie "AUTO ADJUST" (Automatische regeling)
bereikt niet aan uw wensen beantwoordt, kunt u de beeldinstelling nog verfi jnen met de
functie "H.SIZE" (Breedte) (of "V.SIZE" (hoogte)) (dot clock). Hiervoor kunt u een moiré-
testpatroon gebruiken. Met deze functie wordt mogelijk de breedte van het beeld gewijzigd.
Centreer het beeld op het scherm met de menuknoppen LINKS/RECHTS. Als de H.SIZE
(Breedte) (V.SIZE (hoogte)) onjuist is gekalibreerd, worden verticale lijnen weergegeven.
Het beeld moet homogeen zijn.
U verbetert de scherpte, zuiverheid en stabiliteit van het beeld door de waarde van deze
instelling te verhogen of te verlagen.
Als de beeldinstelling met de functie "AUTO ADJUST" (Automatische regeling) en
"H.SIZE" (Breedte) niet naar wens is, kunt u de beeldinstelling nog verfi jnen met
de functie "FINE" (Fijnafstelling). Hiervoor kunt u een moiré-testpatroon gebruiken.
Als de fi jnafstelling onjuist is gekalibreerd, worden op het scherm horizontale lijnen
weergegeven. Het beeld moet homogeen zijn.
Hiermee wordt de breedte aangepast door de instelling te vergroten of te verkleinen.
Druk op de knop "RECHTS" om de breedte van het beeld op het scherm te vergroten.
Druk op de knop "LINKS" om de breedte van het beeld op het scherm te verkleinen.
Hiermee wordt de hoogte aangepast door de instelling te vergroten of te verkleinen.
Druk op de knop "RECHTS" om de hoogte van het beeld op het scherm te vergroten.
Druk op de knop "LINKS" om de hoogte van het beeld op het scherm te verkleinen.
Hiermee stelt u de zoommethode in.
FULL (Volledig): het beeld wordt uitgebreid naar volledig scherm, ongeacht de resolutie.
ASPECT (Vaste verhouding): het beeld wordt uitgebreid zonder dat de verhouding wordt
gewijzigd.
OFF (Uit): het beeld wordt niet uitgebreid.
Voor sommige videoformaten is een scanconversie nodig om het beeld zo goed mogelijk
weer te geven.
ON (Aan): het beeldformaat is groter dan wat kan worden weergegeven. Het lijkt alsof de
beeldrand is bijgesneden. Ongeveer 95% van het beeld wordt weergegeven op het scherm.
OFF (Uit): het beeldformaat blijft binnen de grenzen van het weergavegebied.
Het volledige beeld wordt weergegeven op het scherm.
AUTO: automatische instelling.
Hiermee kunt u de balk aan de zijkanten van het beeld donkerder en lichter maken.
1
Hiermee selecteert u de videodetectiemethode die wordt gebruikt wanneer meer dan één
computer op de monitor is aangesloten.
Druk op "LINKS" of "RECHTS" om te selecteren.
FIRST (Eerst): als het huidige ingangssignaal niet aanwezig is, zoekt de monitor
een videosignaal op de andere ingangspoort(en). Als het videosignaal zich op een
andere poort bevindt, schakelt de monitor automatisch de ingangspoort van de nieuwe
gedetecteerde videobron in. De monitor zoekt geen andere videosignalen als de huidige
videobron aanwezig is.
LAST (Laatste): als de monitor een signaal weergeeft dat afkomstig is van de huidige
bron en er wordt een signaal geleverd door een nieuwe, secundaire bron, schakelt de
monitor automatisch over op de nieuwe videobron. Wanneer het huidige ingangssignaal
niet aanwezig is, zoekt de monitor een videosignaal op de andere ingangspoort. Als
het videosignaal zich op een andere poort bevindt, schakelt de monitor automatisch de
ingangspoort van de nieuw gedetecteerde videobron in.
NONE (Geen): de monitor zoekt geen beeldsignaal op de andere ingangspoort tenzij de
monitor wordt ingeschakeld.
Nederlands-21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave