de draaitafel te fixeren.
•
Het instellen van de verstekhoek aan de
machinekop en de aanslagrail gebeurt zoals
beschreven onder punt 5.5, 5.6.
•
Zaagsnede uitvoeren zoals beschreven onder
punt 6.1.
6.5 Snijdieptebegrenzing (fi g. 15)
•
Met de schroef (27) kan de snijdiepte traploos
worden afgesteld. Stel de gewenste snijdiep-
te in door de schroef (27) in- of uit te draaien
en haal daarna de kartelmoer op de schroef
(27) terug aan.
•
Controleer de afstelling aan de hand van een
proefsnede.
6.6 Spaanopvangzak (fi g. 2)
De zaag is voorzien van een opvangzak (22) voor
spanen.
De spaanzak (22) kan via de ritssluiting aan de
onderkant worden leeggemaakt.
6.7 Verwisselen van zaagblad (fi g. 1, 16-18)
•
Voor het vervangen van het zaagblad:
netstekker uit het stopcontact trekken!
•
Draag bij het verwisselen van het zaagblad
handschoenen om letsels te voorkomen!
•
Zwenk de machinekop (4) omhoog.
•
Draai de schroef (z) op de afdekplaat (f) van
het zaagblad los.
•
Trek de beweeglijke zaagbladafdekking (6)
terug en draai tegelijkertijd de afdekplaat zo-
danig dat de flensschroef toegankelijk wordt.
•
Druk met één hand de zaagasvergrendeling
(5) in en zet met de andere hand de inbuss-
leutel (d) op de flensschroef (31) aan. Na
maximaal één hele slag klikt de zaagasver-
grendeling (5) vast.
•
Draai dan met wat meer kracht de flensschro-
ef (31) met de wijzers van de klok mee los.
•
Draai de flensschroef (31) er helemaal uit en
neem de buitenflens (32) af.
•
Neem het zaagblad (7) van de binnenflens af
en trek het naar beneden eruit.
•
Flensschroef (31), buitenflens (32) en binnen-
flens zorgvuldig schoonmaken.
•
Het nieuwe zaagblad (7) in omgekeerde
volgorde monteren en aanhalen.
•
Let op! De afschuining van de tanden, d.w.z.
de draairichting van het zaagblad (7), moet
overeenkomen met de richting van de pijl op
het huis.
•
Controleer of de veiligheidsinrichtingen naar
behoren werken voordat u met de zaag ver-
der werkt.
Anl_N_KGS_211_Dual_NL.indb 18
Anl_N_KGS_211_Dual_NL.indb 18
NL
•
Let op! Telkens na het verwisselen van zaag-
blad controleren of het zaagblad al loodrecht
staande alsook op 45° gekanteld in het tafe-
linzetstuk (12) vrij draait.
•
Let op! Het verwisselen en richten van het
zaagblad (7) dient naar behoren te worden
uitgevoerd.
6.8 Transport (fi g. 1-3)
•
Vastzetschroef (14) aanhalen om de draaita-
fel (17) te vergrendelen.
•
Ontgrendelhefboom (3) bedienen, machine-
kop (4) omlaagdrukken en arręteren d.m.v. de
borgbout (25). De zaag is dan in de onderste
stand vergrendeld.
•
Trekfunctie van de zaag in de achterste stand
fixeren d.m.v. de vastzetschroef voor trekge-
leiding (24).
•
Draag de machine aan de vaststaande zaag-
tafel (18).
•
Om de machine opnieuw op te bouwen gaat
u te werk zoals beschreven in punt 5.2.
6.9 Gebruik van de laser (fi g. 2)
Inschakelen: Breng de AAN/UIT-schakelaar
laser (37) naar de stand „I" om de laser (35) in te
schakelen. Een laserlijn wordt op het te bewerken
stuk geprojecteerd die exact aanduidt langs waar
het snijden dient te gebeuren.
Uitschakelen: Breng de AAN/UIT-schakelaar
laser (37) naar de stand „0".
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Gevaar!
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalifi ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
- 18 -
31.10.2016 09:17:45
31.10.2016 09:17:45