Terrassen-Markise Topas
���
Pict 4.5
Pict 4.6
4.4
Deckenbefestigung (Topas ohne Dach) (Pict 4.5)
• Z eichnen Sie den Sitz der Konsolen auf dem Tragrohr der
M arkise an. Position der vormontierten Arme, ggf. Dachhalter
und Gleitlager berücksichtigen.
• Ü bertragen Sie die Maße auf die Montagefläche.
• L ochstich nach Montageuntergrund und Befestigungsmaterial
wählen, anzeichnen und bohren.
• D eckenkonsolen horizontal und vertikal ausrichten. Bei mehre-
ren Konsolen Maurerschnur zwischen linker und rechter äußeren
Konsole spannen um die restlichen Konsolen auszurichten. Ggf.
Konsolen z. B. mit Unterlegplatten unterfüttern.
Zweiteilige Deckenkonsole (Topas mit Dach) (Pict 4.6, 4.7)
• D eckenkonsole mit Wandkonsole mittels Hammerkopfschrauben
(Länge je 40 mm) verbinden. Bei geringem Platz hinter der
Deckenkonsole (z.B. durch eine Wand), die Hammerkopfschrau-
ben vor dem Festschrauben der Deckenkonsolen einstecken.
• K onsolen an der Decke verschrauben.
• M arkise bzw. Tragrohr in die Konsolen einschieben.
• S icherungsschrauben von unten einsetzen und festziehen.
• A bdeckkappen aufclipsen.
���
4.5
Dachsparrenbefestigung (Pict 4.8)
Durch die unterschiedlichen Holzuntergründe (Stärke, Holzart,
Faserverlauf, Alter des Holzes, usw.) muss vor der Montage geprüft
werden, ob der Untergrund entsprechend tragfähig ist. Die
b eiliegenden Befestigungsmittel sind nicht unbedingt auf die
ö rtlichen Gegebenheiten abgestimmt.
Die beiliegenden Scheibendübel C2 sind für folgende Rand -
bedingungen ausgelegt:
• Nadelholz C24
• Klasse der Lasteinwirkungsdauer „kurz"
• Nutzungsklasse 2
• Winkel zwischen Kraft- und Faserrichtung des Holzes beträgt 0°
• Empfohlene Mindestholzdicke von t
Pict 4.7
= 70 mm
re,q
11
Montageanleitung
Montagehandleiding
Pict 4.8: Dachsparrenhalter
dakspanthouder
4.4
Bevestiging tegen het plafond (Topas zonder dak)
(Pict 4.5)
• D e plaats van de consoles op de draagbuis van het scherm
m arkeren.
• R ekening houden met de voorgemonteerde armen resp.
d akhouders en glijlagers.
• D e maten op het montage-oppervlak overnemen.
• V oorgeboord gat afhankelijk van de ondergrond en het bevesti-
gingsmateriaal kiezen, markeren en boren. Plafondconsoles
h orizontaal en verticaal positioneren. Bij meerdere consoles
een touw tussen de buitenste linker en rechter console spannen
en de overige consoles in de juiste positie brengen. Eventueel
onderplaten onder de consoles aanbrengen.
Tweedelige plafondconsole (Topas met dak) (Pict 4.6, 4.7)
• P lafondconsole met muurconsole door middel van hamerkop-
schroeven (lengte 40 mm) verbinden. Als er weinig plaats achter
de plafondconsole is (bijv. door een muur) de hamerkopschroeven
voor het vastschroeven van de plafondconsoles erin steken.
• C onsoles aan het plafond vastschroeven.
• S cherm resp. draagbuis in de consoles schuiven.
• Schroeven aan de onderzijde aanbrengen en vastdraaien.
• A fdekkappen vastklikken.
���
4.5
Bevestiging tegen de dakspant (Pict 4.8)
Wegens de verschillende houten ondergronden (dikte, houtsoort,
vezelverloop, leeftijd van het hout, enz.) moet er voor de montage
worden gecontroleerd of de ondergrond voldoende draagkracht
heeft. De bijhorende bevestigingsmiddelen zijn niet noodzakelijk
afgestemd op de plaatselijke omstandigheden.
De bijhorende schijfpluggen C2 zijn voor de volgende randvoor-
waarden berekend:
• Naaldhout C24
• Klasse van de duur van de inwerking van de belasting „kort"
• Gebruiksklasse 2
• D e hoek tussen de kracht- en de vezelrichting van het hout
bedraagt 0°
• Aanbevolen minimum houtdikte van t
= 70 mm
re,q