1.3. Personeelsselectie en– kwalificatie; basisverplichtingen
1.4. Veiligheidsaanwijzingen voor specifieke bedrijfsfasen
1.4.1. Structuur
1.4.2. Normale bedrijfstoestand
12/45
Alleen personen van minimaal 18 jaar mogen zich bezig houden met de zelfstandige bediening van het
metsel werkplatform en moeten hier ook in geïnstrueerd zijn en door de aannemer uitdrukkelijk met de
bediening van het metsel werkplatform zijn belast.
Het onnodige verblijf op of onder het metsel werkplatform is verboden.
Bij alle bewegingen van het metsel werkplatform moet erop worden gelet dat de bedieningspersonen en
andere personen niet bedreigt worden.
Werkzaamheden aan elektrische uitrustingen van de machine mogen alleen door een elektricien of door
geïnstrueerde personen onder leiding en toezicht van een elektricien overeenkomstig de elektrotechnische
regels worden uitgevoerd
Personeel dat in scholing is, dat getraind of geïnstrueerd wordt of dat zich in een algemeen
opleidingstraject bevindt, mag alleen onder voortdurend toezicht van een ervaren persoon op de machine
werkzaam zijn.
Het metsel werkplatform moet op een schone, horizontale en draagkrachtige ondergrond staan (Minimaal
draagvermogen 1.000 kg/m²).
Het metsel werkplatform mag niet op een helling worden gebruikt.
Het metsel werkplatform moet ver verwijderd staan van bovengrondse spanningvoerende elektrische
leidingen.
Botsingen met vaststaande constructies moeten worden voorkomen.
Leg de kabels zo ver mogelijk beschermd. Niet overrijden, niet knikken, tegen vallende voorwerpen
beschermen.
Voor het gebruik onder een constructie moet bij maximale hefhoogte 0,5 m vrije ruimte boven de
balustrade, resp. hoogste punt (materiaal) blijven.
Zonder lekstroom veiligheidsschakelaar (FI) in de toevoerleiding of in de verdelerkast is het verboden om
het metsel werkplatform aan het elektrische circuit aan te sluiten. De aardlekschakelaar moet voor 3 x 16A
tegen elektrische overbelasting zijn ontworpen.
Elke onveilige werkwijze is verboden!
Neem maatregelen zodat het metsel werkplatform alleen in een veilige en werkende staat kan worden
gebruikt en met de relingen als afstortbeveiliging wordt gebruikt.
Het metsel werkplatform moet tenminste een keer per dienst op uiterlijk herkenbare beschadigingen en
gebreken worden gecontroleerd! Meld alle veranderingen (inclusief bedrijfsgedrag) onmiddellijk aan de
verantwoordelijke instantie/persoon. Zet de machine evt. direct stil en beveilig deze tegen opnieuw
inschakelen.