Inhoudsopgave
Advertenties
OPMERKING
Instellingen voor de afdrukkwaliteit en de tekenbreedte die u opgeeft via het
voorpaneel, worden normaal gesproken overschreven door
softwareopdrachten.
Om het gewenste lettertype te selecteren, drukt u op PRINT QUALITY (AFDRUKKWALITEIT)
(1) tot de juiste lampjes op het voorpaneel branden.
T
EKENBREEDTE
De tekenbreedte bepaalt hoeveel tekens er per regel worden afgedrukt. U kunt een
specifieke vaste breedte (10-20) voor elk teken kiezen in tekens per inch (CPI). De hogere
cpi-instellingen worden vaak voor spreadsheets gebruikt.
Met proportioneel (PROP) wordt de tekenbreedte ingesteld op basis van het teken zelf: de
letter i krijgt bijvoorbeeld minder ruimte dan de letter m. Het resultaat is dat het lettertype
er eleganter uitziet.
Om proportioneel te selecteren, drukt u op de toets CHARACTER PITCH (TEKENBREEDTE)
tot zowel het cpi-waardelampje als het PROP-lampje (PROPORTIONEEL) verlicht is.
Om niet-proportioneel te selecteren, drukt u op de toets CHARACTER PITCH tot het lampje
voor de gewenste cpi-waarde brandt.
D
E PRINTER OPNIEUW INSTELLEN
1
Bij bepaalde fouten is het nodig de printer opnieuw te initialiseren (reset). Hiervoor gaat u
als volgt te werk:
1.
Druk op de toets SEL (1) en laat deze los om de printer in te stellen op off line.
Het SEL-lampje gaat uit.
2.
Houd de toets SHIFT (2) ingedrukt en druk op de toets RESET/CHARACTER PITCH
RESET/TEKENBREEDTE (5).
OPMERKING
Als u op de toetsen SHIFT en RESET drukt, wordt de printer opnieuw
geïnitialiseerd maar worden de menu-instellingen niet gewijzigd en wordt de
printer niet ingesteld op de fabrieksinstellingen. Raadpleeg
terugzetten op de fabrieksinstellingen' op pagina 42
terugzetten van de printer op de fabrieksinstelling.
1
3
2
4
De printer gebruiken > 40
5
'Het menu
voor informatie over het
Advertenties
Inhoudsopgave
