>
Onderinvoer:
>
Plaats indien nodig kettingpapier in de printer.
5.
Druk op FF/LOAD.
D
E TUSSENRUIMTE VAN DE PRINTKOP
1.
De tussenruimte van de printkop is de afstand tussen de printkop en de plaat.
Zorg ervoor dat de printer uitgeschakeld is voordat u de afdekklep
opent.
Om de tussenruimte te wijzigen, opent u de afdekklep en verplaatst u de gekleurde
hendel (1) naar de instelling die in de tabel wordt aanbevolen.
OPMERKING
Wanneer de tussenruimte op 2, 3, 4 of 5 is ingesteld, drukt de printer
automatisch langzamer af voor een betere afdrukkwaliteit bij meerdelig
papier.
LET OP!
1
INSTELLING
MEDIA
1
Standaardpapier
2
tweedelig papier (met carbon)
3
driedelig papier (met carbon)
4
vierdelig papier (met carbon)
5
Enveloppen of extra dik papier
De printer gebruiken > 38