Inhoudsopgave
Advertenties
3.
Pas de papiergeleiders (1) aan de breedte van het papier aan en plaats een vel
papier in de papiersteun. Dit papier wordt in de printer ingevoerd.
OPMERKING
>
Als het papier niet wordt ingevoerd, verwijdert u het papier. Controleer de
positie van de papierhendel. Controleer of het ALARM-lampje AAN is: als
het knippert, houdt u de toets SHIFT ingedrukt en drukt u op CHARACTER
PITCH/RESET. Plaats het vel papier terug.
>
De fabrieksinstelling voor de bovenzijde van het papier (TOF), waar het
afdrukken moet beginnen, is 2,54 cm onder de bovenzijde van de pagina.
Raadpleeg "Bovenzijde van papier (TOF)" in het vorige hoofdstuk als u de
instelling wilt wijzigen.
B
OVENZIJDE VAN PAPIER
Met de functie Bovenzijde van papier (TOF) stelt u de startpositie voor het afdrukken in.
De standaardinstelling is 2,54 cm vanaf de bovenzijde.
De bovenzijde van het papier kan met stappen van 1/144 inch (ML5520ECO/ML5521ECO)
of van 1/180 inch (ML5590ECO/ML5591ECO) worden gewijzigd voor een afzonderlijke
afdruktaak of voor alle afdruktaken. Om papierstoringen te voorkomen, is de algehele
aanpassingsafstand beperkt.
De eerste regel wordt afgedrukt bij de rode lijn van de plastic papierbeschermer (1) op de
printkop.
Als u de papiertransportknop draait wanneer de printer zich niet bij
de bovenzijde van het papier bevindt, wordt de bovenzijde van het
papier verkeerd uitgelijnd. Voer het papier altijd in tot de
bovenzijde voordat u de papiertransportknop draait!
1
(TOF)
LET OP!
De printer gebruiken > 30
1
1
Advertenties
Inhoudsopgave
