Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
Het scherm wordt niet ingeschakeld, ook niet wanneer de camera wordt
ingeschakeld.
Schakel het scherm in (blz. 20).
•
De camera kan geen beelden opnemen.
Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
•
Duo" (blz. 21). Als deze vol is, doet u een van de volgende dingen:
Wis overbodige beelden (
–
–
Plaats een andere "Memory Stick Duo".
U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
•
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 96).
Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
•
Zet bij het opnemen van stilstaande beelden de functieknop op een andere functie dan
•
Zet de functieknop op
•
•
Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Doe het volgende:
Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
–
Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 96).
–
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
De camera staat in de weergavestand. Druk op
•
(t stap 6 in "Lees dit eerst").
Het opnemen duurt erg lang.
De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (blz. 17). Dit is normaal.
•
Het beeld is onscherp.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op in de close-up (Macro)-opnamefunctie. Zorg
•
ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale
opnameafstand, ongeveer 2 cm voor groothoek (W)/30 cm voor telefoto (T) (
"Lees dit eerst").
De
(Schemer) of
•
van stilstaande beelden.
De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen. Kies de automatische scherpstellingsfunctie
•
(blz. 30).
Raadpleeg "Als het onderwerp niet scherpgesteld is" op blz. 31.
•
NL
82
stap 6 in "Lees dit eerst").
t
wanneer u bewegende beelden wilt opnemen.
(Landschap) is gekozen als de Scènekeuzefunctie tijdens het opnemen
om de camera in de opnamestand te zetten
.
stap 5 in
t