28
www.aeg.com
12.10 Voorzorgsmaatregelen
bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een
gebied waar de temperatuur lager is dan
0° C, dan dient u het resterende water uit
de afvoerslang en de afvoerpomp te
verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert
u de toevoerslang opnieuw.
13. PROBLEEMOPLOSSING
13.1 Inleiding
Het apparaat start niet of stopt niet tijdens de werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel). Neem indien dit niet lukt contact
op met de Servicedienst.
Bij sommige problemen treden de geluidssignalen in werking en geeft de display een
alarmcode weer:
13.2 Mogelijke storingen
Problemen zonder alarmbericht
Bericht
De display vraagt om con-
trole van de kraan: het appa-
raat wordt niet met water
gevuld.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
LET OP!
Schakel het apparaat uit voordat u controles uitvoert.
Mogelijke oplossing
Controleer of de waterkraan is geopend.
Zorg dat de waterdruk niet te laag is. Neem hiervoor zo
nodig contact op met uw lokale waterleidingbedrijf.
Controleer of de waterkraan niet verstopt of verkalkt is.
Zorg ervoor dat de filter van de toevoerslang en de filter
van de klep niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onder-
houd en reiniging".
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
temperatuur hoger is dan 0
°C voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt. De
fabrikant is niet
verantwoordelijk voor
schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.