Vóór he gebruik stelt u de minimale en maximale bewegingsgrootte in op het gewenste
`
J
bewegingsbereik dat moet worden gedetecteerd.
Het gedetecteerde formaat van een object kan afwijken van de werkelijke grootte, afhankelijk van
`
de vorm van het object.
Tot 16 objecten kunnen worden weergegeven vanaf de bovenkant van het scherm.
`
Als de camera een onderwerp dichtbij opneemt, kan de functie voor videoanalyse minder goed werken.
`
In de volgende gevallen is het mogelijk dat de functies voor bewegingsdetectie en video-analyse
`
minder goed werken of een onjuiste detectie veroorzaken.
-
De kleur of helderheid van het object lijkt op de achtergrond.
-
Lichte activiteiten rond het grensgebied van het gezichtsveld van de camera.
-
Er doen zich voortdurend meerdere willekeurige bewegingen voor vanwege een gewijzigd
beeld, snelle veranderingen in de lichtsterkte of andere redenen.
-
Een vast object blijft bewegen in dezelfde positie.
-
Bewegingen waarbij de positie minder wijzigt, bijvoorbeeld het benaderen van de camera of
wanneer een object langzaam uit beeld verdwijnt.
-
Bewegend object nadert de camera te dicht
-
Een object verbergt zich achter andere objecten.
-
Er is sprake van twee of meer overlappende objecten of een object is opgesplitst in meerdere
delen.
-
Te snel object (voor een juiste detectie moet een object achtereenvolgende beelden overlappen).
-
Reflectie / vervaging / schaduw door sterk licht, zoals direct zonlicht, verlichting of koplamp.
-
In hevige sneeuw, regen, wind of bij zonsopgang/-ondergang
Nederlands _135