alarmuitgang
1. Selecteer in het menu Instellen het
<event (
)> tabblad.
2. Klik op <alarmuitgang>.
3. Geef het type alarmuitvoer voor de
camera op.
Als u het type alarmuitvoer wijzigt, wordt
`
de knop Alarm Uit op de monitoringpagina
en het type uitvoer dat op de pagina
Gebeurtenis instellen wordt weergegeven,
dienovereenkomstig gewijzigd.
• Type
- Normaal open : Beschouwt de
'open circuit'-status van de sensor
of het alarminvoerapparaat als normaal en activeert een alarmgebeurtenis wanneer
er sprake is van een 'gesloten circuit'-status.
- Normaal gesloten : Beschouwt de 'gesloten circuit'-status van de sensor of het
alarminvoerapparaat als normaal en activeert een alarmgebeurtenis wanneer er
sprake is van een 'open circuit'-status.
4. Stel de knop voor de alarmuitvoer in.
• Modus : Hiermee stelt u de de alarmuitvoermethode in.
Er is een verschil tussen de werking als er op de knop voor de alarmuitvoer wordt geklikt wanneer
`
deze is uitgeschakeld.
- Puls: Wordt geactiveerd tijdens de periode die wordt gespecificeerd met de duur
(schakelinterval) en wordt vervolgens automatisch weer inactief.
- Actief/niet-actief: Blijft geactiveerd totdat de gebruiker weer op de knop klikt om te
deactiveren.
• Duur: Hiermee stelt u de alarmduur in die geactiveerd blijft als de modus is
ingesteld op Puls, van 1 tot 15 seconden.
5. Klik wanneer u klaar bent op [toepassen (
)].
Nederlands _129