Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruiksaanwijzing
Bedieningsorganen
Opmerking:
Controleer of de lichten werken.
Controleer of de juiste lichten knipperen als u de
richtingaanwijzerschakelaar bedient.
1. Lichtschakelaar
2. Richtingaanwijzerschakelaar
Gebruik van de verlichting
1. Dimlicht
2. U
stand
IT
Figuur 45
3. Claxonknop
Figuur 46
3. Dimlicht
Opmerking:
de machine afremt door het hydrostatisch-dynamisch
remmen of wanneer de rempedalen worden ingetrapt.
1.
Draai het contactsleuteltje om.
2.
Draai de lichtschakelaar
46) naar de volgende standen:
•
Dimlicht
•
U
stand
IT
•
Dimlicht
De richtingaanwijzer gebruiken
•
Zet de richtingaanwijzer
aan te geven dat u naar rechts draait.
•
Zet de richtingaanwijzer omlaag om aan te geven
dat u naar links draait.
•
Zet de schakelaar naar de middelste stand om de
richtingaanwijzer uit te schakelen.
De claxon gebruiken
Druk op de knop
De gevarenverlichting gebruiken
De gevarenverlichting zijn de knipperlichten die
waarschuwen dat de machine stilstaat of langzaam
beweegt.
g351077
1. Schakelaar voor de gevarenverlichting
g374351
•
Druk op de bovenkant van de schakelaar
47) om de gevarenverlichting in te schakelen.
24
De remlichten gaan branden wanneer
(Figuur 45
(Figuur
45) omhoog om
(Figuur
45) om te claxonneren.
Figuur 47
en
Figuur
g351460
(Figuur
Advertenties
Inhoudsopgave
