UITGAVE 03/2011
GEBRUIKSAANWIJZING
2.2.4
REINIGING
De apparaat elektrisch spanningsloos schakelen.
De pneumatische toevoerleiding loskoppelen.
Apparaat van druk ontlasten.
Ervoor zorgen, dat het vlampunt van de reinigingsmiddelen minimaal 5K hoger is dan
de omgevingstemperatuur.
Voor het reinigen uitsluitend met oplosmiddel bevochtigde doeken en kwasten
gebruiken en in geen geval harde voorwerpen of reinigingsmiddelen met een pistool
opspuiten
In gesloten reservoirs vormt zich een explosief gas-luchtmengsel.
Bij het reinigen van het apparaat met oplosmiddelen nooit in een gesloten reservoir
spuiten.
Het reservoir aarden.
2.2.5
OMGAAN MET GEVAARLIJKE VLOEISTOFFEN, LAKKEN EN VERVEN
Bij het voorbereiden en verwerken van lakken en bij het reinigen van het apparaat de
verwerkingsvoorschriften van de fabrikant van de gebruikte lakken, oplosmiddelen en
reinigingsmiddelen in acht nemen.
De voorgeschreven veiligheidsmaatregelen treffen, met name het dragen van een
veiligheidbril, beschermende kleding en handschoenen en het gebruik van huid-
beschermende crème.
Gebruik een adembeschermingsmasker of -toestel.
Voor een passende bescherming van gezondheid en milieu: Gebruik het apparaat in
een spuitcabine of bij een spuitwand met ingeschakelde ventilatie (afzuiging).
Tijdens het verwerken van hete materialen geschikte beschermende kleding dragen.
2.2.6
UITSLUITEN HETE OPPERVLAKKEN
Hete oppervlakken uitsluitend met veiligheidshandschoenen aanraken.
Bij gebruik van de apparaat met een bedekkingsmateriaal met een hoge temperatuur
> 43 °C; 109.4 °F:
- Apparaat voorzien van een waarschuwingssticker„Waarschuwing – heet oppervlak".
Bestelnr.
9998910 Waarschuwingssticker
9998911 Veiligheidssticker
2.3
GEBRUIK CONFORM DE VOORSCHRIFTEN
BESTELNUMMER DOC2303662
3
40 cm
8