9.5. Peukert-exponent
Stel de Peukert exponent-parameter in volgens het accu specificatieblad. Wanneer de Peukert exponent onbekend is dient
men deze in te stellen op 1,25 voor loodzuuraccu's en op 1,05 voor lithium accu's. Bij een waarde van 1,00 schakelt de
Peukert-compensatie uit. De Peukert waarde voor loodzuuraccu's kan berekend worden. Raadpleeg voor meer informatie over
de Peukert berekening, de Peukert en hoe dit relateert tot de accucapaciteit, het
hoofdstuk.
Instelling
Peukert exponent
9.6. Laadefficiëntiefactor
De "laadefficiëntiefactor" compenseert de capaciteitsverliezen (Ah) tijdens het opladen. Een instelling van 100 % betekent dat er
geen verliezen zijn.
Een laadefficiëntie van 95 % betekent dat er 10 Ah moet worden overgebracht naar de accu om daadwerkelijk 9,5 Ah in de accu
te op te slaan. De laadefficiëntie van een accu is afhankelijk van het accutype, de leeftijd en het gebruik. De accu bewaker houdt
rekening met dit fenomeen met de laadefficiëntie factor.
De laadefficiëntie van een loodzuuraccu is bijna 100 % zolang er geen gasproductie plaatsvindt. Gasvorming betekent dat een
deel van de laadstroom niet wordt omgezet in chemische energie, die wordt opgeslagen in de platen van de accu, maar wordt
gebruikt om water om te zetten in zuurstof en waterstofgas (zeer explosief!). De energie die in de accuplaten wordt opgeslagen,
kan bij de volgende ontlading worden teruggewonnen, terwijl de energie die wordt gebruikt om water om te zetten verloren gaat.
Gasvorming kan gemakkelijk worden waargenomen in natte accu's. Houd er rekening mee dat het "alleen zuurstof"-einde van de
laadfase van verzegelde (VRLA) gel- en AGM-accu's ook leidt tot een lagere laadefficiëntie.
Instelling
Laadefficiëntiefactor
9.7. Stroomdrempel
Wanneer de gemeten stroom onder de parameter van de "stroomdrempel" valt, wordt deze als nul beschouwd. De
"stroomdrempel" wordt gebruikt om zeer kleine stromen op te heffen die, op lange termijn, een negatieve invloed kunnen hebben
op de uitlezing van de laadstatus in luidruchtige omgevingen. Bijvoorbeeld: wanneer de werkelijke langetermijn-stroom 0,0 A is
en de accubewaker 0,05 A meet als gevolg van geïnjecteerde lawaai of kleine afwijkingen, dan kan de accubewaker op lange
termijn wellicht incorrect aangeven dat de accu leeg is of opgeladen moet worden. Wanneer de stroomdrempel in dit voorbeeld is
ingesteld op 0,1 A zal de accubewaker rekenen met 0,0 A zodat fouten geëlimineerd worden.
Bij een waarde van 0,0 A schakelt deze functie uit.
Instelling
Stroomdrempel
9.8. Gemiddelde "resterende tijd"
De gemiddelde resterende tijd specificeert het tijdvenster (in minuten) waarin het filter voor het berekenen van het gemiddelde
werkt. De waarde 0 (nul) schakelt de filter uit en geeft een dadelijke (realtime) uitlezing. De weergegeven waarde "resterende
tijd" kan echter sterk fluctueren. Het selecteren van de langste tijd, 12 minuten, zorgt ervoor dat alleen langdurige
belastingsschommelingen worden opgenomen in de berekening van de "resterende tijd".
Instelling
Gemiddelde resterende tijd
9.9. SoC synchroniseren naar 100 %
Deze optie kan gebruikt worden om de accubewaker handmatig te synchroniseren.
Druk in de VictronConnect-app op de "Synchroniseren" knop om de accubewaker 100 % te synchroniseren.
9.10. Nulstroomkalibratie
Wanneer de accu bewaker geen nulstroom aangeeft zelfs wanneer er geen belasting is en de accu niet wordt opgeladen kan
deze optie gebruikt worden om de nulmeting te kalibreren.
Een nulstroomkalibratie is (bijna) nooit nodig. Voer deze procedure alleen uit wanneer de accubewaker een stroom weergeeft
terwijl er absoluut zeker is dat er geen stroom loopt. De enige manier om hier zeker van te zijn is door fysiek alle kabels en
Pagina 22
Lynx Shunt VE.Can
Accucapaciteit en Peukert-exponent [24]
Standaard
1.25
1.00 - 1.50
Standaardinstelling
95 %
50 - 100 %
Standaard
0,10 A
0,00 - 2,00 A
Standaard
3 minuten
0 - 12 minuten
Bereik
Stapgrootte
0.01
Bereik
Stapgrootte
1 %
Bereik
Stapgrootte
0,01 A
Bereik
Stapgrootte
1 minuut
Instellingen accu monitor