Productbeschrijving
2.4.1
Bereik voor warmtepomp zonder boosterverwarming
In de verwarmingsmodus schakelt de warmtepomp uit bij ca. – 23 °C, of
+45 °C buitentemperatuur. De binnenunit of een externe warmtebron
neemt dan de verwarming en de productie van warm tapwater over. De
warmtepomp start opnieuw als de buitentemperatuur ongeveer boven –
17 °C stijgt of onder +42 °C daalt.
In de koelmodus schakelt de warmtepomp uit bij ca. +45 °C en start weer
bij ca. +42 °C.
T0[°C]
1
75
70
65
60
55
45
35
25
15
10
-30
-20
-10
0
Afb. 5
Warmtepomp in verwarmingsmodus zonder boosterverwar-
ming
[1]
Aanvoertemperatuur (T0)
[2]
Buitentemperatuur (T1)
2.4.2
Schema van het koudemiddelcircuit
75 %
+2 °C
–2 °C
1
Afb. 7
Werkingsprincipe van het koelmiddelcircuit in de warmtepomp
[1]
Verdamper
[2]
Compressor
[3]
Condensor
[4]
Expansieventiel
6
10
20
30
40
50
T1[°C]
2
0010038451-003
0 °C
–4,5 °C
T0[°C]
1
30
25
20
15
10
7
5
15
20
Afb. 6
Warmtepomp in koelmodus
[1]
Aanvoertemperatuur(T0)
[2]
Buitentemperatuur (T1)
25 %
2
88 °C
4
Compress 5800iAW 12 M | OR-S | T – 6721859804 (2023/06)
25
30
35
40
45
100 %
+27 °C
3
50 °C
T1[°C]
2
0010041081-002
+35 °C