1
1.
2.
3
Afb. 16 Filterreiniging
Controleer en reinig de magnetietafscheider
Controleer en reinig de magnetietafscheider 1-2 keer per jaar, maar di-
rect na de installatie en inbedrijfname moet de magnetietafscheider va-
ker worden gecontroleerd en gereinigd. Zie de instructies die zijn
meegeleverd met het filter voor de correcte procedure.
5.1.3
Vochtigheid in koelbedrijf
OPMERKING
Gebrekkige condensisolatie
Vocht in de buurt van componenten van de cv-installatie.
▶ Indien in de buurt van de componenten van de cv-installatie vocht en
condenswater optreed, de warmtepomp uitschakelen en de dealer of
installateur raadplegen.
5.1.4
Overstortventielen
Tijdens het opwarmen ontsnapt water uit het overstortventiel. Sluit de
overstortventielen nooit.
▶ Overstortventielen op veiligheid controleren.
▶ De overstortventielen mogen alleen water afvoeren wanneer de maxi-
male druk is overschreden. Neem contact op met de installateur als
er water uit het overstortventiel komt, bij een druk onder de maximaal
toegestane druk.
Compress 5800iAW 12 M | OR-S | T – 6721859804 (2023/06)
2
4
5
2.
1.
0010033735-001
5.2
Warmtepomp (buitenunit)
Voor warmtepomp AWR zijn deze onderhoudsmaatregelen niet bedoeld
voor de gebruiker.
▶ Geadviseerd wordt een onderhoudscontract af te sluiten met een ge-
kwalificeerde serviceorganisatie.
De volgende inspectie- en onderhoudswerkzaamheden moeten verschil-
lende malen per jaar worden uitgevoerd, om het maximale vermogen van
de warmtepomp te behouden:
▶ Behuizing (mantel)
▶ Reiniging van de verdamper
▶ Sneeuw en ijs
5.2.1
Behuizing (mantel)
In de loop der tijd hoopt zich stof en ander vuil op in de buitenunit van de
warmtepomp.
▶ Vuil en loof met een borstel van de warmtepomp verwijderen.
▶ Reinig de buitenkant indien nodig met een vochtige doek.
▶ Scheuren en schade aan de behuizing moeten met roestwerende verf
worden hersteld.
▶ Ter bescherming van de lak kan een standaard waslaag worden aan-
gebracht.
5.2.2
Verdamper
Stof en vervuiling dat zich bijvoorbeeld heeft afgezet op het oppervlak
van de verdamper, moet worden verwijderd.
VOORZICHTIG
De aluminium lamellen zijn dun en gevoelig.
Deze kunnen gemakkelijk beschadigd raken bij verkeerde behandeling.
▶ Gebruik nooit harde voorwerpen.
▶ Veeg deze lamellen nooit direct af met een doek.
▶ Draag veiligheidshandschoenen.
▶ Gebruik nooit te hoge waterdruk.
Schade aan het systeem door verkeerde reinigingsmiddelen!
▶ Gebruik geen zure of basische reinigingsmiddelen of reinigingsmid-
delen die chloor of abrasieve bestanddelen bevatten.
▶ Gebruik geen sterke alkalische reinigingsproducten, zoals bijvoor-
beeld natriumhydroxide.
Reiniging van de verdamper:
▶ Sproei een reinigingsmiddel op de verdamperlamellen op de achter-
zijde van de warmtepomp.
▶ Spoel coatings en reinigingsmiddel weg met water.
In bepaalde regio's mag het reinigingsmiddel niet in grintbedden worden
gespoeld. Wanneer de condenswaterleiding in een grintbed uitloopt:
▶ Maak de flexibele condenswaterslang los van de afvoerleiding voor
het reinigen.
▶ Verzamel het reinigingsmiddel in een passend reservoir.
▶ Na het reinigen de condensaatafvoerbuis weer aansluiten.
Onderhoud
17