1. Luchtfilterbehuizing
2. Voorfilter
3. Vergrendeling
4.
Reinig de binnenkant van het luchtfilterdeksel
met perslucht.
5.
Schuif het voorfilter voorzichtig uit de
luchtfilterbehuizing
Opmerking:
Zorg ervoor dat u niet met het
filter tegen de zijkant van de luchtfilterbehuizing
stoot.
6.
Verwijder het veiligheidsfilter uitsluitend als u dit
wilt vervangen.
Belangrijk:
Probeer het veiligheidsfilter niet
te reinigen. Als het veiligheidsfilter vuil is,
betekent dit dat het voorfilter is beschadigd.
Vervang beide filters.
7.
Inspecteer het filterelement op beschadiging
door een felle lichtbron op de buitenkant van het
filter te richten en er doorheen te kijken.
Opmerking:
Gaten in het filter zijn herkenbaar
als lichte plekken. Als het filter is beschadigd,
moet u dit weggooien.
Onderhoud van het voorfilter
•
Als het voorfilter vuil, verbogen of beschadigd is,
moet u het vervangen.
•
U mag het voorfilter niet reinigen.
Onderhoud van het
veiligheidsfilter
U mag het veiligheidsfilter niet reinigen, alleen
vervangen.
Belangrijk:
Probeer het veiligheidsfilter niet te
reinigen. Als het veiligheidsfilter vuil is, betekent
Figuur 50
4. Luchtfilterdeksel
5. Veiligheidsfilter
(Figuur
50).
dit dat het voorfilter is beschadigd. Vervang beide
filters.
Filters monteren
Belangrijk:
U mag de motor nooit laten lopen
zonder dat beide luchtfilters en het deksel zijn
gemonteerd om beschadiging van de motor te
voorkomen.
1.
Als u nieuwe filters monteert, moet u elk filter
controleren op transportschade.
Opmerking:
g032301
worden gebruikt.
2.
Als u het veiligheidsfilter vervangt, moet u dit
voorzichtig in de filterbehuizing schuiven
50).
3.
Schuif het voorfilter op het veiligheidsfilter
(Figuur
50).
Opmerking:
volledig op zijn plaats zit door op de buitenrand
te duwen tijdens de montage.
Belangrijk:
van het filter.
4.
Monteer het luchtfilterdeksel met de kant die
aangeduid is als de bovenzijde naar boven
gericht en maak de sluitingen vast
42
Een beschadigd filter mag niet
Zorg ervoor dat het voorfilter
Druk niet op het zachte midden
(Figuur
(Figuur
50).