3.
Neem plaats op de stoel, stel de parkeerrem
in werking, schakel de messchakelaar
en zet de rijhendels in de vergrendelde
N
. Start de motor. Laat de motor
EUTRAALSTAND
lopen en zet de parkeerrem vrij, schakel de
messchakelaar (aftakas) in en kom iets overeind
uit de bestuurdersstoel. De motor moet afslaan.
4.
Neem plaats op de stoel, stel de parkeerrem in
werking, schakel de messchakelaar (aftakas)
en zet de rijhendels in de
UIT
. Start de motor. Als de motor
NEUTRAALSTAND
loopt, centreert u een van beide rijhendels en
beweegt u deze vooruit of achteruit. De motor
moet afslaan. Herhaal dit voor de andere
rijhendel.
5.
Neem plaats op de stoel, zet de parkeerrem
vrij, schakel de messchakelaar (aftakas)
en zet de rijhendels in de vergrendelde
UIT
N
. Probeer de motor te starten;
EUTRAALSTAND
de motor mag nu niet gaan draaien.
Vooruit- en achteruitrijden
Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor,
oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut).
Zet de gashendel op S
verkrijgen. Laat de motor tijdens het maaien altijd vol
gas draaien.
VOORZICHTIG
De machine kan zeer snel ronddraaien. U
kunt de controle over de machine verliezen en
uzelf verwonden of de machine beschadigen.
• Wees voorzichtig als u een bocht maakt.
• Verminder de snelheid van de machine
voordat u een scherpe bocht maakt.
UIT
VERGRENDELDE
om de beste prestaties te
NEL
De rijhendels gebruiken
1. Rijhendel – vergrendelde
N
EUTRAALSTAND
2. Centrale ontgrendelde
stand
3. Vooruit
Vooruitrijden
Opmerking:
De motor slaat af als u de tractiehendels
beweegt terwijl de parkeerrem in werking is gesteld.
Om te stoppen, zet u beide rijhendels in de
.
NEUTRAALSTAND
1.
Zet de parkeerrem vrij; zie
(bladz.
22).
2.
Zet de hendels in de middelste, ontgrendelde
stand.
3.
Om vooruit te rijden, duwt u de rijhendels
langzaam naar voren
26
Figuur 22
4. Achteruit
5. Voorkant van de machine
Parkeerrem vrijzetten
(Figuur
23).
g004532