5.1.10
Sensorfout waterinvoertemperatuur warmteterugwinning
Dit alarm wordt telkens gegenereerd wanneer de ingangsweerstand zich buiten een aanvaardbaar bereik bevindt.
Symptoom
Status systeem is Off.
Alle circuits worden gestopt met een
normale uitschakelprocedure.
Het pictogram van de bel op het
display van de regeleenheid beweegt.
String in de alarmlijst:
UnitAlHREwtSen
String in het logboek alarmen:
UnitAlHREwtSen
String in snapshot alarm
UnitAlHREwtSen
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
5.1.11
Sensorfout wateruitvoertemperatuur warmteterugwinning
Dit alarm wordt telkens gegenereerd wanneer de ingangsweerstand zich buiten een aanvaardbaar bereik bevindt.
Symptoom
Warmteterugwinning is Off
Het pictogram van de bel op het
display
van
de
beweegt.
String in de alarmlijst:
UnitAlHRLwtSen
String in het logboek alarmen:
UnitAlHRLwtSen
String in snapshot alarm
UnitAlHRLwtSen
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
5.1.12
Wateruitvoertemperatuur warmteterugwinning omgekeerd
Dit alarm wordt gegenereerd iedere keer dat de warmteterugwinningstemperatuur van het ingaande water minimaal 1°C
hoger is dan die van het uitgaande water en ten minste één compressor loopt.
Symptoom
Het pictogram van de bel op het
display van de regeleenheid beweegt.
Het pictogram van de bel op het
display van de regeleenheid beweegt.
String in de alarmlijst:
Unit HRInvAl
String in het logboek alarmen:
Unit HRInvAl
String in snapshot alarm
Unit HRInvAl
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
D-EOMZC00309-19_02NL - 40/73
Oorzaak
De sensor is defect.
Sensor is kortgesloten.
De sensor is niet goed aangesloten
(open).
Oorzaak
De sensor is defect.
regeleenheid
Sensor is kortgesloten.
De sensor is niet goed aangesloten
(open).
Oorzaak
De temperatuursensoren voor het
ingaande en uitgaande water zijn
omgekeerd.
De leidingen voor het ingaande en
uitgaande water zijn omgekeerd.
De waterpomp werkt omgekeerd.
Oplossing
Controleer de intacte staat van de
sensor volgens de tabel en het
toegestane kOhm (k) bereik.
Controleer de correcte werking van de
sensoren
Controleer met een weerstandsmeter
of de sensor kortgesloten is.
Controleer dat er in de elektrische
contacten
geen
vocht
aanwezig is.
Controleer
of
de
aansluitingen goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Opmerkingen
Oplossing
Controleer de intacte staat van de
sensor volgens de tabel en het
toegestane kOhm (k) bereik.
Controleer de correcte werking van de
sensoren
Controleer met een weerstandsmeter
of de sensor kortgesloten is.
Controleer dat er in de elektrische
contacten
geen
vocht
aanwezig is.
Controleer
of
de
aansluitingen goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Opmerkingen
Oplossing
Controleer de bedrading van de
sensoren op de regeleenheid van het
systeem.
Controleer de afwijking van de twee
sensoren terwijl de waterpomp loopt.
Controleer
of
het
water
tegengestelde richting stroomt ten
opzichte van het koelmiddel.
Controleer
of
het
water
tegengestelde richting stroomt ten
opzichte van het koelmiddel.
Opmerkingen
of
water
elektrische
of
water
elektrische
in
de
in
de