Bericht
238.yy Papier vast,
[x] pagina's vastgelopen.
Laat papier in
uitvoerlade.
238.yy Papier vast,
controleer [gebiednaam].
Laat papier in
uitvoerlade.
239.yy Papier vast,
[x] pagina's vastgelopen.
Laat papier in
uitvoerlade.
239.yy Papier vast,
controleer [gebiednaam].
Laat papier in
uitvoerlade.
24x.yy Papier vast,
[x] pagina's vastgelopen.
Laat papier in
uitvoerlade.
24x.yy Papier vast,
controleer [gebiednaam].
Laat papier in
uitvoerlade.
250.yy Papier vast,
[x] pagina's vastgelopen.
Laat papier in
uitvoerlade.
250.yy Papier vast,
controleer [gebiednaam].
Laat papier in
uitvoerlade.
260.yy Papier vast,
[x] pagina's vastgelopen.
Laat papier in
uitvoerlade.
260.yy Papier vast,
controleer [gebiednaam].
Laat papier in
uitvoerlade.
Interventieberichten
Betekenis
Er zijn meerdere storingen. x geeft
het aantal vastgelopen vellen
afdrukmateriaal aan.
Er is een enkele storing in het gebied
dat door gebiednaam is aangegeven.
Er zijn meerdere storingen. x geeft
het aantal vastgelopen vellen
afdrukmateriaal aan.
Er is een enkele storing in het gebied
dat door gebiednaam is aangegeven.
Er zijn meerdere storingen. x geeft
het aantal vastgelopen vellen
afdrukmateriaal aan.
Er is een enkele storing in het gebied
dat door gebiednaam is aangegeven.
gebiednaam is het nummer van de
lade.
Er zijn meerdere storingen in de
universeellader. x geeft het aantal
vastgelopen vellen afdrukmateriaal
aan.
Er is een enkele storing in het gebied
dat door gebiednaam is aangegeven.
gebiedsnaam is de universeellader.
Er zijn meerdere storingen in de
enveloppenlader. x geeft het aantal
vastgelopen vellen afdrukmateriaal
aan.
Er is een enkele storing in het gebied
dat door gebiednaam is aangegeven.
gebiedsnaam is de enveloppenlader.
105
Actie
1 Open de klep van de duplexeenheid.
2 Verhelp de storingen en sluit de
duplexeenheid.
3 Raak Doorgaan aan. Als al het
afdrukmateriaal uit het pad is verwijderd,
wordt de afdruktaak hervat.
1 Open de klep van de duplexeenheid.
2 Verhelp de storing en sluit de duplexeenheid.
3 Raak Doorgaan aan. Als al het
afdrukmateriaal uit het pad is verwijderd,
wordt de afdruktaak hervat.
1 Open de klep van de duplexeenheid.
2 Verhelp de storingen en sluit de
duplexeenheid.
3 Raak Doorgaan aan. Als al het
afdrukmateriaal uit het pad is verwijderd,
wordt de afdruktaak hervat.
1 Open de klep van de duplexeenheid.
2 Verhelp de storing en sluit de duplexeenheid.
3 Raak Doorgaan aan. Als al het
afdrukmateriaal uit het pad is verwijderd,
wordt de afdruktaak hervat.
1 Verwijder de gespecificeerde lade.
2 Verhelp de storingen en plaats de lade.
3 Raak Doorgaan aan. Als al het
afdrukmateriaal uit het pad is verwijderd,
wordt de afdruktaak hervat.
1 Verwijder de gespecificeerde lade.
2 Verhelp de storing en plaats de lade.
3 Raak Doorgaan aan. Als al het
afdrukmateriaal uit het pad is verwijderd,
wordt de afdruktaak hervat.
1 Verhelp de storingen in de universeellader.
2 Raak Doorgaan aan. Als al het
afdrukmateriaal uit het pad is verwijderd,
wordt de afdruktaak hervat.
1 Verhelp de storing in de universeellader.
2 Raak Doorgaan aan. Als al het
afdrukmateriaal uit het pad is verwijderd,
wordt de afdruktaak hervat.
1 Verhelp de storingen in de enveloppenlader.
2 Raak Doorgaan aan. Als al het
afdrukmateriaal uit het pad is verwijderd,
wordt de afdruktaak hervat.
1 Verhelp de storing in de enveloppenlader.
2 Raak Doorgaan aan. Als al het
afdrukmateriaal uit het pad is verwijderd,
wordt de afdruktaak hervat.